Mijn schoonmoeder, die alweer jaren geleden overleed op de leeftijd van bijna 105 jaar, had één bezwaar tegen zo oud worden: dat van je oorspronkelijke kring van familie, vrienden en kennissen op een gegeven ogenblik niemand meer over was, ze hadden allemaal hun intrek genomen onder de grond of in een vaas.
Met enig rekenwerk ben ik er onlangs achter gekomen dat ik niet alleen iedereen van het gezin waarvan ik ooit deel uitmaakte heb overleefd, maar ook precies op welke dag dat realiteit zou worden, te weten op 30 december 2024. Vandaag.
Vandaag is het 48 dagen na mijn 86ste verjaardag, mijn moeder overleed op 13 december 1990, 48 dagen na háár 86ste verjaardag, aan een longembolie – kort nadat zij mijn twee zussen, toen 60 en 49 jaar en formeel vrijgezel, vanuit haar bed in het toenmalige Canisius Ziekenhuis in Nijmegen, had toegevoegd dat zij, gezien hun door haar niet goedgekeurde haardracht, ‘nooit aan een kerel zouden komen’.
Mijn vader was toen al ruim acht jaar overleden, enkele weken voor zijn 79ste verjaardag, en dat was nog mooi: door het door hem grondig gehate werk in het bouwvak had hij in ernstige mate stoflongen opgelopen. Een val van een trap en daarop volgende weigering een arts te raadplegen – ‘als je naar de dokter gaat ben je ziek’ – op 6 juni 1982 overleed ij in zijn woning aan de Thijmstraat in Nijmegen, mogelijk ook nog geteisterd door een toenmalige hittegolf.
Na mijn moeder ging het snel: op 30 april 1997 overleed mijn broer Berry, vlak voor zijn 53ste verjaardag, aan alvleesklierkanker, zeer betreurd door een grote groep studenten van de mode academie in Arnhem, waar hij niet lang daarvoor een nieuwe roeping had gevonden in het onderwijs, na de zakelijke ondergang van zijn carrière als mode-ontwerper.
In de vroege ochtend van 30 mei 2005 overleed mijn oudste zus Josè, 74 jaar, vermoedelijk aan de gevolgen van de combinatie van aangeboren chonische bronchitis, straf rookgedrag en angst om de waarheid uit de mond van een arts te vernemen, in haar woning op de Mookerhei.
En tenslotte is het alweer negen jaar geleden toen, op 18 november 2015, mijn jongste zus Lidia, vrijgezel, reisleidster en fervent tegenstander van de Belastingdienst, overleed aan de complicatie na een operatie aan een kankergezwel in de buurt van de alvleesklier. Ze was ook 74 jaar.
Zodat ik alleen, maar bepaald niet eenzaam ben overgebleven van dat jolige Nijmeegse migrantengezin, en tot mijn geluk alleen nog maar mensen om me heen heb die iets, en vooral ook vele jaren, jonger zijn dan ik.
Ik tel mijn zegeningen.
En ik neem nog een oliebol. Want dat moet.