Door Peter Stiekema
Toegegeven: ik ben geen echte voetballiefhebber. Vroeger wel, in de jaren zestig bijvoorbeeld en begin zeventig. Toen Ajax en Feijenoord in de finales kwamen van de Europacup en zelfs wonnen. Destijds waren dergelijke wedstrijden nog een zeldzaamheid en kwamen buren, die nog geen tv hadden, bij elkaar kijken als de wedstrijden werden uitgezonden.
Dat is allemaal veranderd en mijns inziens wordt voetballuh veel te belangrijk gemaakt. Het is per slot van rekening maar een spelletje met veel overbetaalde spelers en trainers.
Gisteren verstoutte ik mij om toch nog maar eens naar het Nederlands Elftal te kijken. Ik had begrepen dat de eerste twee wedstrijden niet al te best waren geweest, maar tegen Oostenrijk zou Oranje zeker toeslaan, was de verwachting. ‘We groeien in het toernooi’, hoor je dan links en rechts roepen. Maar het tegendeel gebeurde. De Oostenrijkers sneden door de vaderlandse defensie alsof er niemand stond, de aanvallers faalden volkomen en het beste doelpunt van de wedstrijd werd gescoord door Oranjespeler Malen, helaas in eigen goal.
Ronald Koeman liep als een briesende aap langs de tribune, maar slaagde er niet in zijn spelers te inspireren. Passes werden verprutst, bij voorkeur achter de man geplaatst en de weinige kansen werden om zeep geholpen. Nu was Koeman als voetballer op zijn best een matige speler, volkomen overschat, maar met af en toe een goed schot, dat wel eens in een doelpunt veranderde. Als trainer bakt hij er evenmin veel van. Nederland eindigde na de 2-3 tegen Oostenrijk op de derde plaats van de poule, maar overleefde toch. Oranje krijgt te maken met een waarschijnlijk veel sterkere tegenstander, ik hoorde vanmiddag België of Engeland noemen.
Dat lijkt voor dit stelletje ongeregeld toch echt een maatje te groot. Wat dat betreft lijkt Oranje wel wat op het nieuwe kabinet Schoof-Wilders. Dat wordt ook nooit wat.
Ondertussen zit Malen te balen en is Koeman de Boeman.