Een paar maanden geleden stopte ik met een hobby, meteen ook mijn op een na laatste activiteit die je tot ‘journalistiek’ zou kunnen rekenen: het opstellen, opmaken en verzenden naar contactpersonen bij de Limburgse media van persberichten over het programma van Openluchttheater Valkenburg. Mijn voornaamste argument voor dat besluit: ik was in toenemende mate bang dat ik niet alleen domme fouten zou gaan maken, maar ook dat mijn stijl toch wel erg ouderwets gevonden zou gaan worden. (‘Hij is dan ook al 85 jaar’.) En dat dan het moment niet ver meer zou zijn dat mij beleefd zou worden meegedeeld dat men voor dit werk iemand anders ging zoeken.
Dat dit een goed besluit was werd mij bevestigd door een gebeurtenis op afgelopen vrijdag in het Parkstad Limburg Stadion, waar het eerste elftal van de Kerkraadse voetbalvereniging Roda JC won van FC Cambuur, en daarna binnen enkele minuten tweemaal de vergeefse illusie had dat het elftal gepromoveerd was naar de Eredivisie van de KNVB voetbalcompetitie, seizoen 2024-25.
Die beslissing tot promotie zal nu aanstaande vrijdag vallen als Roda helemaal naar Groningen moet, om daar de strijd aan te binden met de plaatselijke FC, een strijd die voor het gewenste resultaat minimaal moet eindigen in gelijkspel.
De man die de verwarring in het Kerkraadse stadion teweeg bracht was Wim Frijns, 73 jaar (elf dagen ouder dan Djamila), voormalig discotheek-eigenaar, disk jockey (kunstenaarsnaam De Predikant) en in dit geval ‘stadion speaker’ bij Roda JC. En daar moest ik dus aan denken, gedachten die leidden tot voorgaande alinea’s. Ik neem aan dat iedereen intussen wel weet hoe de verwarring in het stadion ontstond, detaillering daarvan zou het bestek van dit stukje ver te buiten gaan, laat ik het houden bij de opmerking van Wim dat ‘het internet in het stadion niet optimaal’ werkte en dat hij daardoor tot tweemaal toe op het verkeerde been werd gezet bij zijn berichtgeving in de kolkende Kerkraadse kuip.
Ik wil daar verder niet op ingaan omdat ik er geen verstand van of ervaring mee heb, het is Wim intussen vergeven, heb ik de indruk, maar ik hoor iedereen wel denken: Wim is 73 jaar. En ouwe mensen maken fouten.
Wim en ik zijn oppervlakkige kennissen. Tegenwoordig zie ik hem nog wel eens bij de Sligro, vroeger kwamen we elkaar vaker tegen in een Heerlens café; ook kwam ik heel sporadisch in een Heerlense disco genaamd Femina, waar Wim de plaatjes draaide, en als hij me dan zag binnenkomen placht hij in de microfoon te brullen: ‘Wat doen we in de tuin!’ want dat was de naam van mijn toenmalige tuinrubriek in het Limburgs Dagblad.
De werkzame levens van Wim Frijns en mij verliepen dus langs enorm verschillende wegen, maar het feit dat ik op 3 maart 1983 werd verblijd met de geboorte van een zoon en Wim met die van een dochter schiep natuurlijk een band.
Vaak zagen we elkaar niet meer, dus, de afgelopen 25 jaar, maar de boven omschreven parallel – ouwe man maakt fouten – moest me toch even van het hart.