Tweeëntwintig jaar lang zijn we eropuit getrokken met onze Arca 340 Scout camper, bouwjaar 1994. Nij hebben we hem weggedaan. Met name de motor, een Fiat Ducato 1.9 liter Turbo diesel, leverde ons vele mooie streken. In dit serietje stukjes laat ik enkele ‘avonturen’ de revue passeren, zodat je weet hoe je op bijzondere plekken terecht kunt komen door puur motorpech.
Die keer dat we moesten wegrijden van de camping in de buurt van de vissershaven Bermeo in Noord-Spanje (we waren naar het Guggenheim Museum in Bilbao geweest) was trouwens geen geval van motorpech, maar werd opmerkelijk doordat de camping in een soort kuil lag en de weg eruit steil omhoog liep, Z-vormig was, en bovendien glad door de regen.
Het was zeven uur in de ochtend en we wilden snel weg, eigen huis en haard riepen na een mooie reis door Spanje en Portugal.
Ik had ’s nachts al een strategie liggen bedenken om die steile weg te beklimmen: in zijn één, volgas er tegenaan, niet schakelen, dan moest het lukken.
Dus niet. Ik draaide de kampeerplaats op de vrijwel lege camping uit, gaf inderdaad flink gas en reed omhoog. Na de eerste bocht merkte ik: dat gaan we niet halen, en direct daarna kwamen we tot stilstand. Ik trok de handrem stevig aan, liep de helling verder op naar het huis van de beheerder, belde daar aan; het duurde een paar minuten en daar stond hij: pyjama, haren recht overeind en in een onheilspellende bui.
Of hij even met de tractor wilde komen, om de camper omhoog te trekken. Hij keek me aan om te controleren of ik misschien gek was geworden. Ik vergat nog te vermelden dat hij inderdaad een tractor had voor de door mij gewenste activiteit, die helling was echt flink steil. Hij keek omlaag, waar hij de camper ontwaarde. ‘Tien uur,’ zei hij. ‘En laat hem daar niet staan.’
Ik zal niet herhalen wat ik tegen hem zei in mijn ‘s zondagse Spaans, maar het raakte hem niet, de deur ging dicht.
Hoe deden die vliegtuigen dat ook weer, was een gedachte die mij bekroop.
Jawel, een lange aanloop, en dan rotatie. Dat laatste gaat met een camper niet, denk ik, maar het bracht me wel op een oplossing.
Ik liet de camper voorzichtig achteruit terugglijden, en reed verder achteruit. Je moet ook nog even weten dat er dwars over de camping een rechte weg van een paar honderd meter me lag aan te lokken voor een rol als startbaan.
Ik reed dus achteruit tot aan het hek dat de camping begrensde, en terwijl de weinige kampeerders zich afwachtend opstelden langs de weg, schakelde ik in en gaf volgas. Onderaan de helling had ik een snelheid van 40 km/u, nog steeds in zijn één, en driftig sturend, de gaspedaal bijna door de bodem drukkend, reed ik omhoog. Bocht een, recht stuk steil omhoog, bocht twee – ik stond alweer bijna stil, maar ik had het laatste min of meer vlakke deel van de uitrit bereikt.
De slagboom ging braaf omhoog en wij reden weg, linksaf, richting Santander…
Ik kan me er nu nog verkneukelen met de gedachte dat de beheerder om tien uur verongelijkt mompelend met de tractor naar beneden reed – om daar te constateren dat de vogel blijkbaar gevlogen was.
Laatste reacties