Tweeëntwintig jaar lang zijn we eropuit getrokken met onze Arca 340 Scout camper, bouwjaar 1994. Nij hebben we hem weggedaan. Met name de motor, een Fiat Ducato 1.9 liter Turbo Diesel, leverde ons vele mooie streken. In dit serietje stukjes laat ik enkele ‘avonturen’ de revue passeren, zodat je weet hoe je op bijzondere plekken terecht kunt komen door puur motorpech.
Dan eerst maar eens die keer dat we een rondrit door het vasteland van Griekenland hadden gemaakt en in afwachting van verscheping naar Venetië vanuit Igoumenitsa nog enkele dagen doorbrachten op een camping bij het schattige kustplaatsje Parga.
Bij het inrijden in de oprit van de camping klinkt een laag gebrul vanonder de motorkap. Ik vermoed meteen al wat er aan de hand is, ik heb het eerder gehoord. En inderdaad: de uitlaat is losgeraakt van de motor. En die uitlaat was pas gerepareerd, in Landgraaf. Ik bel de garage die laconiek meedeelt dat er misschien iets mis is met een van de motorsteunen, waardoor de motor meer beweegt.
Wat dan alleen nog maar rest: de ANWB. Die direct in actie komt, binnen tien minuten hebben we een Griekse wegenwachter aan de telefoon die vloeiend Duits spreekt en meedeelt binnen een uur bij ons te zijn. En inderdaad: hij trekt de camper zonder veel omhaal op de bergingswagen en nodigt ons drieën uit naast hem in de cabine plaats te nemen, hetgeen net gaat, want er zijn eigenlijk maar twee plaatsen.
We gaan zestig kilometer rijden, naar Preveza, waar hij zijn thuisbasis heeft; terwijl hij rijdt gaat hij in rad Grieks de telefoon te lijf: er moet iets georganiseerd worden en het is al bijna sluitingstijd.
In Preveza aangekomen blijkt de Duitser – ooit na een vakantie in Griekenland blijven hangen wegens een daar ontmoete geliefde – een eigen autosloopbedrijf te hebben.
Op de plaatselijke ‘autoboulevard’ staat een uitlaatspecialist al klaar. De camper is te hoog voor de werkplaats maar geen nood, de specialist verdwijnt met lasapparaat en zonder lasbril liggend onder de camper (maar hij kijkt gewoon even opzij als het lasapparaat in werking is.) In een mum van tijd is hij klaar, komt onder de auto uit en zegt: ‘De reparatie is gelukt, maar u kunt er niet mee rijden want er ontbreekt een motorsteun.’
Wat nu? Onze Duitser zorgt dat we, voorzichtig rijdend, voor de nacht kunnen parkeren op het terrein bij zijn sloopbedrijf, waar we ook een rondleiding krijgen langs de wrakken. Hij soms precies op hoeveel doden en gewonden gevallen zijn bij de ‘vervaardiging’ van de wrakken, eet nog een souvlaki mee van onze inmiddels gestarte barbecue, en gaat dan op zoek naar een motorsteun. ‘Zal een probleem worden, want in Griekenland is dit type Fiat niet vaak geïmporteerd, laat staan gesloopt, maar ik zal zien.’
De volgende morgen goed nieuws: hij heeft wonderwel een passende steun gevonden, en een garagist – de plaatselijke Citroëndealer – bereid gevonden het ding te monteren. Tevens hebben zijn kippen hun best gedaan op de eitjes voor ons ontbijt.
Voorzichtig naar de Citroëndealer, die ook weer eigenhandig met de steun onder de camper kruipt, een minuut of tien sleutelt, er onderuit komt, zegt dat we bij aankomst in Italië een Fiat-garage ernaar moeten laten kijken. Alles bijeen zijn we… dertig euro kwijt.
Bij Fiat in Venetië vonden ze allemaal prachtig en de motorsteun heeft nog jaren gesteund, tot er in 2016 een nieuw motorblok in de wagen kwam. En de garagist in Landgraaf heb ik nooit meer aangekeken.
Laatste reacties