Andere auto gekocht, ingeruild voor de Oude Schicht, oftewel de Volvo V40 van 1996, die ons trouw gediend heeft sinds 2002, een voortreffelijke reiswagen met een ouderwets benzineverbruik. Maar hij bladderde van buiten spectaculair af, er moesten vier nieuwe banden onder en ergens kwam er zoveel regenwater binnen dat we op natte stoelen zaten. De accu liep ook onverklaarbaar leeg, de vellen hingen bij de voorstoelen, en wat er nog meer ter tafel kwam. We kregen er nog vijf euro voor.
De administratieve afwikkeling begon aanvankelijk gladjes. De leverancier van de ‘nieuwe’ auto zorgde voor het vrijwaringsbewijs voor de oude bak, ik meldde zonder problemen de nieuwe auto aan bij de Rijksdienst voor het Wegverkeer, ik kreeg een brief met een overzicht van wat dat betekende voor de Motorrijtuigenbelasting – we hebben drie auto’s, de belasting voor dat drietal wordt maandelijks automatisch afgeschreven van de gezamenlijke en/of bankrekening – en er kwam nóg een papieren brief met de mededeling: u krijgt 21 euro terug. Natuurlijk heerste er een hoerastemming, de hele buurt kwam kijken naar de gelukkige winnaars, u kent dat wel.
Zoals gebruikelijk gebeurde er een tijdlang niks.
Totdat er vanmorgen een brief kwam van de Belastingdienst, de Centrale Administratieve Processen. Nu goed opletten dacht ik, indachtig de Toeslagenaffaire: één muisklik te veel of te weinig en ik woon in een kartonnen doos. Ik nam alvast een afwachtende houding aangaande de komende beslissing over de vraag hoeveel dagen ik naakt aan de schandpaal op het marktplein zou moeten doorbrengen met een kroon op mijn hoofd met het opschrift: Fraudeur!
In de brief stond dat ik geld ging terugkrijgen en dat de Centrale wilde weten naar welk bankrekeningnummer al dat geld moest. ‘Dat weten jullie toch’, mompelde ik bijna en keek voorzichtig over mijn schouder of er al iemand in een regenjas met een gleufhoed en een zonnebril quasi onverschillig voor zich uit stond te fluiten.
Ik moest, om een en ander in goede banen te leiden, mij vervoegen bij de website belastingdienst.nl/betalenenontvangen, waar ik kon ‘lezen hoe ik dit moet doen’. Mijn bankrekeningnummer doorgeven, neem ik aan.
Aanmelden met Digid, en daar vond ik, na enig zoeken, eh niks. Nog maar eens geprobeerd. Misschien Motorrijtuigenbelasting als zoekterm invoeren? En ja, na enig heen en weer klikken, mij bewust van de risico’s van verkeerde v’tjes en zo, kwam ik terecht in een lange tekst waarvan de essentie was: je moet daar en daar heen klikken, daar krijg je een formulier, dat moet je printen en op de juiste wijze invullen, ondertekenen, in een enveloppe doen – uiteraard voldoende gefrankeerd – en op de bus doen. Geruststellend werd er aan toegevoegd dat na ontvangst van het formulier het invoeren van een banknummer flink wat tijd in beslag zou nemen zodat de betaling nog wel een poosje op zich zou laten wachten (dit laatste parafraseer ik).
Dat werd me te gortig – ik hoop niet dat deze opmerking ertoe leidt dat de Koninklijke Marechaussee maandag voor de deur staat – en besloot even onderuit te zakken. Dat leidt bij mij vaak tot bezinning.
Ik pakte na enkele minuten de brief erbij, zoals beschreven in de tweede alinea hierboven en zag daar staan dat het te ontvangen bedrag binnenkort op mijn bankrekening zou worden bijgeschreven.
Ik hoefde dus niks te doen. Maar wat betekent die brief van vandaag dan toch?
Ik kwam tot de voorlopige conclusie dat er bij de belastingdienst een geheime dienst bestaat, gevestigd op een geheime plek, die, uitsluitend om belastingbetalers ongerust en slapeloos te maken, volstrekt overbodige brieven fantaseert en ook opstuurt.
Mocht dit toch verkeerd aflopen: Hier spreekt Radio Bandoeng, vaarwel, tot betere tijden!