Fijne feestdagen! Een hele normale kreet, maar niet als je een rechtse ontdekker bent van elitaire complottisten die bukken voor de islam en dus het woord ‘Kerstmis’ niet meer in de mond durven te nemen – zelfs de kerstboom is er het slachtoffer van, en de Kerstman! En nou moet je niet aankomen met dat genuanceer van jullie, bijvoorbeeld dat de Kerstman de uit Amerika, zonder Zwarte Piet, teruggekomen Santa Claus is, en de kerstboom zowel voor gristenen als voor moslims een heidens symbool..
Schrijver Abdelkader Benali zag ik op tv: hij ging de feestdagen doorbrengen in Tanger, Marokko. Waar ze, zei hij, terecht zouden komen in die islamitische stad waar de kinderen zich in drommen laten fotograferen met de Kerstman en de kerstboom.
Nijmegen in de jaren veertig en vijftig van de vorige eeuw.
Ook toen was het leven gecompliceerd. Ik was tussen 10 en 15 jaar in die tijd en ik registreerde – ik herinner me daarbij geen emotie – dat in de volksbuurt waarin ik opgroeide er verschil was tussen katholieken en protestanten, en wel zo sterk dat er toen nog met een scheef oog gekeken werd naar jongelui van de beide godsdiensten die zich tot elkaar aangetrokken zeiden te voelen: daar slaapt de duivel tussen! (Toen geloofden die beide geloofsrichtingen, net als nu nog de moslims, in het bestaan van de hel en de duivel.)
In die buurt zag je meteen het verschil: de katholieken hadden een kerststalletje staan, ook wel kerstkribje genaamd – en keken met een scheef oog naar de geloofsgenoten die hele rollen grotpapier aanschaften om daarmee een grot te bouwen, waardoor ze behoorlijk ketters bezig waren: Jezus was geboren in een stal, en niet in een grot.
De protestanten daarentegen, die wars waren van het afbeelden van god en de heiligen – daarbij vonden ze bondgenoten in de moslims – hadden hun toevlucht gezocht in wel zeer heidense kerstbomen, naar Duits voorbeeld. Duitsers hadden meer belangstelling voor de terugkeer van het licht en de dennenboom als symbool van eeuwig leven. En veel meer bos.
Je maakt het allemaal veel te ingewikkeld, roept de gemiddelde twitteraar nu, het gaat om de omvolking!
Maar ik ga onvermoeibaar door.
In diezelfde periode, die inmiddels wel zeventig of tachtig jaar achter ons ligt, stond de Kerst- en Nieuwjaarskaartenindustrie nog in de kinderschoenen. Lang niet iedereen kwam op het idee vrienden en magen te verrassen met een postale gelukwens. Wat wel rondging: de toen nog bestaande visitekaartjes die, gestoken in een klein envelopje met een postzegvel van één cent, en lang niet zo massaal als nog altijd het geval is, rond de feestdagen werden verstuurd.
Alvorens het kaartje op te sturen werd er, uiteraard in schoonschrift, onder de gedrukte naam op het kaartje geschreven: ZK & ZN.
Althans: in het geval van katholieke zenders en ontvangers.
Voor protestanten was het woord ‘zalig’ veel te frivool, natuurlijk, en daar werd het dus GK & GN, waarbij de G stond voor gelukkig, en dat was al een hele uitspatting.
Niemand kwam destijds op het idee om daar een guerilla-oorlog over te beginnen, ieder zijn traditie en misschien werd er wel het hunne van gedacht, of zelfs zacht mompelend achter de gesloten gordijnen over gemompeld.
De Kerstman pas veel later.
Maar ja het gaat ook om de mooie tijd toen er nog geen online openbare hoerententen waren, natuurlijk. En zelfs geen Kerstman.
Jammer.
Goed, dus voor nu: ik wens u een G, G. en VN.
En dat we hem nog maar lang mogen lusten.
Laatste reacties