Door Guido t'Sas
Als het aan partij Volt ligt, u weet wel reeds vertegenwoordigd in de Tweede Kamer door Laurens Dassen uit Knegsel, wordt het actief stemrecht (deelname aan verkiezingen) verlaagd van 18 naar 16 jaar. Daar ben ik tegen en wel hierom...
Zelfs 18-jarigen zijn nog kinderen. En die zijn in van alles geïnteresseerd behalve in politiek. Hiermee zou dit stukje kunnen eindigen, ware het niet dat aan kinderen tegenwoordig onder meer in journaals van alles wordt gevraagd waarop ze dan doorgaans (zenuwachtig?) lacherig reageren.
Eerst maar een stukje geschiedenis. In 1850 werd het kiesrecht verleend vanaf 23 jaar. In 1896 werd de minimumleeftijd verhoogd naar 25 jaar, zo lees ik op parlement.com. Kort voor de verkiezingen van 1946 kwam de kiesgerechtigde leeftijd door een wijziging van de Kieswet op 23 jaar. In 1965 werd de kiesgerechtigde leeftijd verlaagd naar 21 jaar (effectief vanaf de verkiezingen van 1967) en in 1972 naar 18 jaar.
Wat de achterliggende motiveringen waren, kan ik zo gauw niet vinden, maar wat ik wel recentelijk meermalen heb opgevangen van mensen van wie je verwacht dat ze het weten kunnen is, dat de gemiddelde leeftijd waarop de ontwikkeling van de hersenen voltooid is rond de 25 jaar ligt. Mits er sprake is van weldenkendheid uiteraard, maar daar blijf ik buiten. De aangehaalde beweringen lijken overigens bevestigd te worden door het gedrag van de meeste twintigers.
In het Eindhovens Dagblad van heden tref ik een verhaal aan onder de kop Hoe krijg je mbo'ers het stemhok in? Op het eerste gezicht denk je dan, is dat niet wat stigmatiserend, maar het stuk is best interessant. Het gaat namelijk over de deelname aan een landelijk opgezet Verkiezingsfestival op een school in Eindhoven. De deelname van de leerlingen viel zeker niet tegen. En het verhaal eindigt grappig, al is het nogal onthullend over de waarde van zogenaamde kieswijzers. Vandaar dit citaat: De eerstejaars studente Pedagogisch Medewerker mag met haar 17 jaar nog niet stemmen, maar op basis van haar antwoorden zou 50Plus haar partij zijn. 'Dat is toch vreemd? Ik weet echt niet waarom. Een van de vragen is of je voor gratis vervoer voor 65-plussers bent. Ik heb ja gezegd. Misschien is dat het.'
Dit haalt mijn stelling over het denkvermogen van kinderen wel wat onderuit, maar ik blijf ten aanzien van de kiesgerechtigdheid toch maar bij m'n standpunt.