Ik zou niet willen beweren dat ik deskundig ben, misschien ben ik een beetje ervaringsdeskundige, zou kunnen.
En wel op het gebied van georganiseerd kamperen, dat wil zeggen: het tegengestelde van wildkamperen – ik heb de afgelopen veertig jaar een groot aantal kampeerplaatsen, camperplaatsen en campings bezocht, ergens tussen de vierhonderd en vijfhonderd, ik heb ze nog nooit geteld. In West- en Midden-Europa en de westelijke Verenigde Staten. Enkele daarvan bezocht ik meerdere malen, zoals de kleine camping op Lido van Venetië, de doorgangscamping aan de Sempachersee in Zwitserland, de camping Acqua Dolce in Levanto, Cinque Terre, de camping in Kijkduin. Maar meestal bleef het bij éénmaal; een enkele maal bleef ik er twee of zelfs drie weken, mede omdat de zonen vonden dat ‘dat gezwerf’ moest ophouden en ze gewoon een camping wilden met Hollandse meisjes, goed zwembad, een disco en een ‘recreatiezaal’, een eufemisme voor een hol met speelautomaten.
Er was een camping in Wales die bestond uit een weiland met een waterkraan (er kwam water uit als je hem opendraaide), meerdere campings met luxe bad- en toiletgelegenheid met zachte muziek uit het plafond, campings waar we haastig vandaan vluchtten omdat er Nederlanders woonden die ons welkom heetten en ons de Hollandse supermarkt wilden wijzen (in Torremolinos) en een camping met gevaarlijke Duitse jongens op Sardinië, terwijl wij een aan ons toevertrouwde andermans dochter bij ons hadden.
Wij kampeerden bij een boer in Overijssel die zijn hond op het campingterrein liet schijten en die de camping ’s nachts niet afsloot, bij gebrek aan hek, maar wel lawaaiige machines de hele nacht liet draaien; stonden een nacht op een camping in Frankrijk waar buiten ons een complete Romastam bijeen kwam, en een camping in Italië waar de halve bevolking van Landgraaf en Heerlen jaarlijks bleek neer te strijken.
De twee eerdere campings waar dit jaar waren, kenmerkten zich door de meest recente trend: iedereen heeft een camper, wat zeg ik, een camper van formaat, tot langer dan acht of tien meter, en een aanschafprijs (te controleren bij RDW) van (ruim) boven de honderdduizend euro.
Daar steken wij maar shabby bij af, met ons afgebeulde beest van dertig jaar oud (29, om precies te zijn).
En toen had de schoondochter op internet een vakantieveiling gewonnen: een weekje op een camping in Noord-Limburg.
Het bleek de camping De Berckt in Baarlo, die, zo vernamen wij bij aankomst (we waren uitgenodigd mee te gaan, met de camper) eigendom is van een meneer Peter Gillis. Een heer die ons de oren deed spitsen – hij blijkt een eigen tv-programma te hebben bij een commerciële zender voor wie geen zee te hoog gaat en dat heet ‘Massa is kassa’, en dat is eigenlijk de kortste samenvatting die ik ken van de definitie van ‘kapitalisme met winstoogmerk’.
De camping staat vol met grotendeels gloednieuwe stacaravans waar geen negatieve kritiek op mogelijk is, of het moeten de dunne bedjes zijn.
Maar op de camping is een klein deel vrijgehouden voor andere kampeerders. Onverhoeds kwamen wij zodoende terecht op een camping zoals die er twintig of dertig jaar geleden nog legio waren in Nederland, bungalowtenten (niet heel veel) en caravans met voortent op voortent op voortent, met rondom per tent diverse barbecues, kleine hoopjes vuilnis, plastic speelgoed, enorme plassen op de wegen (het regende) en gezellige mensen die hun aanwezigheid benadrukten met luidkeels over enige afstand tegen elkaar roepen. ‘Mot je nog een krentenbol?’ Bijvoorbeeld.
Is dit de enige camping met een volwassen botsauto-attractie? Het zou kunnen. En met een ouderwetse draaimolen. En met plekken waren jaren geleden door de langdurig verblijf op één plek met een grondzeil – een anttribuut dat tegenwoordig op alle campings verboden is – het gras was verdwenen en niet meer teruggekomen.
Naast De Berckt ligt het terrein waar in tijden dat de politie nog van alles door de vingers zag, jarenlang een verwoestende autocross werd verreden en dat nu bij de camping getrokken gaat worden.
We hadden drie gezellige dagen en bedachten daar dat een pijnlijk ordentelijke camping in Duitsland misschien ook wel iets zou zijn, als afsluiting van het seizoen.