Sigrid Kaag vertrekt uit de politiek, aan de andere kant van het Binnenhof wordt Kerrelijn van der Plas op het schild geheven. Is dat vooruitgang? Nee natuurlijk. Kaag is een vrouw die je op het hoogste internationale niveau om een boodschap kunt sturen – maar die pesterig niet op Buitenlandse Zaken maar op Financiën werd gezet in Rutte 4.
Kerrelijn van der Plas is van Britse afkomst maar deelt mee dat, wanneer ze op het kabinetspluche gaat plaatsnemen, ze niet naar New York, Straatsburg of Brussel zal reizen. Dom, kortzichtig. Maar wel naar André Rieu.
Kaag is diplomaat van grote allure die in alle rust in staat is zaken van wereldniveau voor elkaar te krijgen – ik noem het opruimen van de gifgassen van Assad in Syrië.
Kerrelijn wordt gestuurd door een reclamebureau dat werkt voor de toeleveringsbedrijven voor de industriële veeteelt, ze slaagt als ze de belangen van een betrekkelijk gering en zeer bekrompen deel van de Nederlandse economie weet te verheffen boven de belangen van de Nederlandse natuur, van de Nederlandse lucht, grond en water, en inderdaad; daarvoor is het niet nodig naar het buitenland te reizen.
Kaag kleedt zich beschaafd, drukt zich beschaafd uit en komt inderdaad wat koeltjes over maar is voor Nederland een toonbeeld van fatsoen en beschaving. Kerrelijn loopt in voddenbalen rond op soldatenkistjes. Ze wordt liefkozend Ma Flodder genoemd.
Eén ding kan ze als de beste: liegen of het drukt staat. (Het staat trouwens gedrukt: in haar partijprogramma.)
En dat moet de komende periode (hoe lang in vredesnaam?) het imago van Nederland zijn, in onze terugtocht naar het Nederland van Karel de Grote en diens drieslagstelsel (hetgeen nog verstandig was vergeleken bij de aanslagen die de veetelers dagelijks op Nederland plegen), Resultaat: het toch al opvallende aantal miljonairs onder die boeren wordt groter.
Doel bereikt.
En intussen zitten wij opinieleiders zoals Van Amerongen, Roos, Derksen, Niemoller, Duk en zo nog het en ander aan verveelde nihilisten die nog eens een greep doen in de verkleedkist van de middeleeuwse heksenketel.
Een treurig, bekrompen beeld van het land van Van Leeuwenhoek, Rembrandt, Descartes, De Groot en Multatuli.
Dat was tot nu toe niet veel anders, natuurlijk. De meeste Nederlanders kennen al die namen niet eens.
Maar volgens mij zijn we aangeland op een steile helling vol groene zeep.