Goed gezien, vaste lezer van de Volkskrant: vandaag geen artikel van redactie-ombudsman Jeroen Trommelen. Wie doorleest naar pagina 23 van het Zaterdagkatern ziet daar het wekelijkse stukje ‘De week van de hoofdredacteur’ van hoofdredacteur Pieter Klok. Daar komt het volgende stukje tekst in voor: ‘Onze ombudsman Jeroen Trommelen zou volgende week zijn laatste rubriek schrijven en daarin afscheid van u nemen, maar vanwege een conflict over een hoofdredactionele ingreep heeft hij besloten voortijdig het werk neer te leggen en zijn ontslag in te dienen.’
Het staat er wat koeltjes, maar wie een beetje thuis is in de Nederlandse journalistiek ziet meteen: hier hebben wij te maken met een zeer zeldzame gebeurtenis. Hoofdredacteur grijpt in in een artikel van de per definitie onafhankelijke, om niet te zeggen onaantastbare redactionele ombudsman, die als reactie daarop ontslag neemt.
Wat is hier aan de hand?
Trommelen zou in de rubriek (van die van vorige week of van deze week wordt niet duidelijk) de gelegenheid te baat nemen te berichten over de pensionering van een collega op de redactie. Van dit voornemen was, aldus hoofdredacteur Pieter Klok, noch hij, nog de desbetreffende collega vooraf op de hoogte gesteld.
Wie die collega is, wordt niet genoemd, als dat wel het geval was geweest zouden we als lezer het gewicht van deze affaire kunnen schatten, of dat misschien had kunnen blijken dat de mededeling wel degelijk paste in een Ombudsrubriek; nu is althans mijn reactie er een van lichte verbijstering. Waarom polste Trommelen de te pensioneren collega niet? Wist die collega nog niet of hij/zij zou worden gepensioneerd? Het stukje van vorige week ging over het aantal columnisten (55) in de krant, en of dat niet te veel was. Was daar de passage uit gehaald over de pensionering? Gummbah? Sylvia Witteman? Ik roep maar iets.
Klok schrijft in zijn stukje een passage als volgt: ‘Een nieuwe ombudsman of –vrouw hebben we nog niet. We weten ook niet zeker of we het instituut in zijn huidige vorm in stand willen houden… vanaf deze week zal ik voorlopig zelf weer wekelijks verantwoording afleggen over onze journalistiek.’ Kort samengevat: Wij van WC Eend adviseren WC Eend. En dan ben je meteen af van eigenwijze lui die niet weten wat wel en niet kan.
Klok heeft een paar maanden geleden een cartoon van Jos Collignon uit de krant verwijderd die hij, Klok, zelf niet begrepen had – hij dacht dat die cartoon discriminerend was voor Marokkanen, terwijl Collignon overduidelijk bedoelde in te stemmen met de bravoure van die dekselse Marokkanen over hun voetballers die toch maar lekker dreigden zich uit de voeten te maken met de wereldbeker – door te voetballen, zeg ik er maar voorzichtigheidshalve bij.
Het is natuurlijk allemaal als een eerder gebeurd, al maak je het niet erg vaak mee.
In 1970 werkte ik op de redactie van het Limburgs Dagblad in Heerlen (uiteraard onvergelijkbaar met de Volkskrant, waar toen Godfried Bomans nog columnist was); Jules van Neerven was er directeur-hoofdredacteur, zijn adjunct was Joop van den Berg (die het nog zou schoppen tot hoogleraar politiek en parlementaire geschiedenis en tot voorzitter van de PvdA-fractie in de Eerste Kamer) en we waren ultramodern: we hadden een redactieraad nog vóór die in de cao werd opgenomen. Op een gegeven moment was die redactieraad, naar de mode van die tijd, vrijwel in permanente vergadering bijeen.
Er gebeurde van alles dat ik een andere keer nog zal vertellen, maar het resultaat was dat Joop als een donderslag bij heldere hemel werd ontslagen, de redactieraad opgeheven evenals het interne redactieblad, alle redacteuren kregen thuis een aangetekende brief van Van Neerven die vol stond met ‘ik eis’ en ‘ik beveel’; die ochtend om stipt half negen (en dus niet zo tegen twaalven, als het uitkwam) zaten de redacteuren muisstil achter hun schrijfmachine en er is nooit meer over gepraat.
En daar moest ik heden, meer dan vijftig jaar na dato, maar weer eens aan denken.
Ik krijg de laatste tijd trouwens vaker gevoelens van wreveligheid bij het lezen van de Volkskrant. (Ik ben 63 jaar abonnee.) Zoals het gevalletje sportredactie van de NOS en daarvóór de broedermoord op Matthijs van Nieuwkerk, ik meen me te herinneren dat daar veertien pagina’s in één zaterdagkrant mee gevuld werden. Tegen dergelijke Privé-journalistiek, als dáár Klok nou eens tegen was opgetreden.