Chique overlijdensadvertentie in de Volkskrant: ‘De inkt is op, de pen is leeg, wat zullen we hem missen: Arnold Lippmann, Nol’. Beetje ouderwets tekstje, want ook voor Arnold, Nol, zal het toch wel lang geleden zijn dat hij pen en inktpot gebruikte bij zijn journalistieke werk – als hij dat werk nog deed, hetgeen heel goed mogelijk is; hij was op 27 januari 82 geworden, ontleen ik aan die advertentie en ik ken journalisten (zoals bijvoorbeeld ikzelf) die op latere leeftijd, tot na hun negentigste verjaardag, activiteiten verrichten die te rangschikken zijn onder ‘journalistiek’.
Maar daar kan ik dus niks van vinden. Ik bedenk nu ook dat ik me hem herinner als een sympathieke collega die geheel verslingerd was het meisje achter de balie van het bedrijf, en dat ze Willy heette – die naam staat ook in de advertentie.
En verder nooit meer aan gedacht, zelfs niet toen het mij duidelijk werd dat alle oudere collega’s van die redactie inmiddels (en lang geleden) het loodje hebben gelegd. Ik weet daar verder ook weinig van, behalve dan dat er in mijn tijd bij die krant – 1960-1967 – uitzinnig gerookt werd op de redactie.
We waren allebei leerling-journalist op de redactie van De Gelderlander in Nijmegen. Er was iets met zijn linkeroog, en we noemden hem liefkozend Walter, naar zijn beroemde Amerikaanse naamgenoot.
In De Gelderlander verscheen ook nog een rouwadvertentie (zie hiernaast) voor Arnold, die, zoals te berekenen valt, dus al twintig jaar met pensioen was.
Ik heb ook nooit meer aan Arnold gedacht; en dat geldt blijkbaar ook voor de rest van de wereld: geen tekst of portret te vinden op internet, of misschien toch, namelijk op de website van de Huissense carnavalsvereniging De Kraonige Zwaone, honderden foto’s staan daarop, helaas allemaal zonder onderschrift zodat die prenten zich uitsluitend richten tot insiders.
Insiders waren geboren inwoners van Huissen – spreek uit Huusse – en in dat stadje aan de uiterste oostgrens van de Betuwe wordt echt Rijnlands carnaval gevierd, met Helau! als groet waar ze in het zuiden Alaaf! voor roepen. Lippmann kwam zonder twijfel op de redactie van De Gelderlander (in Nijmegen het Peterolieblaadje genoemd) terecht op voorspraak van een van de journalistieke grootheden op de redactie, Huussenaar Henny Derksen, buitenlandredacteur en verwoed carnavalist, jaar in jaar uit op zoek naar de verblijfplaats van nazi-kamparts Josef Mengele.
Hetgeen me brengt bij de weemoedige conclusie dat alles voorbij gaat en alles vergeten wordt. We leven in een wereld waarin quizkandidaten nooit gehoord hebben van onze premiers Lubbers en Kok, laat staan van Drees.
Laat staan van Arnold Lippmann.
En wie weet hoe diezelfde Arnold heeft bijgedragen aan de leniging van de behoefte aan nieuws in Nijmegen, Huissen en verre omstreken.
Ik weet het in ieder geval niet, moet ik tot mijn schande bekennen.
Moge hij niettemin rusten in vrede.
Maar niet voor ik hem nog een krachtig ‘Helau!’ heb toegeroepen.