Het is of er een geweldige vondst is gedaan: bedrijven die veel stroom gebruiken bij hun productie zouden vooral moeten produceren als de zon schijnt en de wind waait.
Dat we dáár nu ineens achter moesten komen.
De bedrijven die het betreft vinden het ook een dusdanig opzienbarende vondst dat ze direct roepen: ho ho, dat gaat zomaar niet! Ze bedoelen: dat wordt nog een hele plannerij zeg, waar we nu met de ogen dicht op elk moment van de dag als het ware ‘volle poule’ aan de slag zijn, moeten we, nu de stroomproductie voor een belangrijk deel afhankelijk wordt van de wind en de zon, onze productieprocessen misschien wel aanpassen, de computers anders instellen. En weet ik veel wat nog meer. Conclusie: ‘Ik zal eens rustig bekijken of ik daar wel zin in heb.’
Ik kan zo snel de reclamespot niet meer vinden (en ook niet van wie die kwam) maar ik moest daar meteen aan denken toen ik vanmorgen dit grote nieuws hoorde.
De eerste twee zinnen van die radioreclame zijn ongeveer als volgt:
‘Het klimaat dwingt ons, onze werkwijze aan te passen’.
‘Maar u zegt misschien: ja prima, maar ik heb ook een bedrijf te runnen.’
Veel mensen denken er zo over: natuurlijk moeten we allemaal ons best doen het klimaat te helpen. Maar dat zal dan wel moeten nadat we gewoon ons bedrijf laten draaien zoals we gewend waren. Zeker als het ten koste van de omzet en de winst dreigt te gaan moet het klimaat, hoe ernstig het er ook aan toe is, toch even wachten.
Onze Grote Roerganger Mark Rutte zei het een poosje geleden zo: ‘Maar we moeten natuurlijk wel gewoon kunnen blijven barbecueën’. En sindsdien zijn we geen millimeter opgeschoten.
In mijn eigen kennissenkring, allemaal mensen die beseffen dat er wat gedaan moet worden voor het klimaat, wordt er gewoon voor een weekendje naar Berlijn, Tallinn of de Algarve gevlogen. En ikzelf haal volgende maand de camper weer uit de stalling en kijk nu al vergenoegd naar de dalende dieselprijs.
Ik hoor vaak geluiden dat de Nederlander in meerderheid beseft dat het klimaat echt verandert en dat we ons daartegen teweer moeten stellen. Maar ik denk dat die Nederlanders, nadat ze dat hardop gezegd hebben, erachteraan mompelen. ‘Maar ik heb wel een bedrijf te runnen.’
Het zal nog een hele tijd duren voor we dat laatste omkeren: ‘Om mijn bedrijf optimaal te runnen zal ik rekening moeten houden met het feit dat er soms minder of geen stroom voorhanden zal zijn.’
Een hele, hele hele lange tijd. Denk ik.
______