Keurig op tijd vanmorgen vroeg het laatste hoofdstuk gelezen van De Avonden – voor lezers die de literatuur niet erg bijhouden: het debuut van Gerard Kornelis van het Reve, beter bekend als Gerard Reve, nog beter bekend als dichter van stad en land, voor Koningin en Vaderland – en het opnieuw in orde bevonden. Zoals bekend kwam het boek uit halverwege 1947, gemakshalve houd ik de datum aan van een verkeersongeluk dat mij overkwam op 4 juni van dat jaar. zodat de viering van 75 jaar De Avonden misschien iets te laat op gang is gekomen.
Ik las ergens dat er bij dit jubileum wordt stilgestaan in een bijzondere en goedkope uitgave, maar de handel daarin lijkt mij ietwat terughoudend, gezien het feit dat ik het nergens online aangeboden zie.
Geen nood, mijn exemplaar uit 1977 functioneert nog prima, net als mijn automobielen uit 1994, 1996 en 2002.
Waarover ik toch weer enkele kersverse opmerkingen te berde wil brengen, met uw wederzijds goedvinden.
Ik ben van mening dat men het meesterwerk een heel klein beetje zou kunnen verbeteren door de ouderwetse nummering van de hoofdstukken met Romeinse cijfers te vervangen door de data van de in het boek beschreven dagen, van 22 tot en met 31 augustus 1946, uit het leven van de held van deze geschiedenis, te weten Frits van Egters. Persoonlijk heb ik dit kleine euvel rechtgezet door eenvoudig met potlood de datum in te vullen naast het hoofdstuknummer.
Nog iets nieuws ontdekt, zal de nieuwsgierige lezer van deze geschriften zich afvragen, en wat voor vraag is dat. Natuurlijk vind ik elk jaar opnieuw nieuwigheden, zeker als ik meetel de passages die gewoon nieuw voor me zijn omdat mijn gebrekkige geheugen ze niet had opgeslagen. Ik las, als het ware, voor een belangrijk deel een geheel nieuw boek.
Wat mij vooral opviel: dat je het boek kunt gebruiken als een wijze gids bij de opvoeding van kleine kinderen, die men bijvoorbeeld niet bij het hoofd moet optillen, hetgeen de dood ten gevolge kan hebben, en het bij hele volksstammen gebruikelijke omhoog gooien van de pasgeborene, hoe aantrekkelijk die daarrbij ook kraait, want een misgreep ligt daarbij al snel op de loer.
En uiteraard nooit een zuigeling alleen achterlaten in het badwater.
Mij viel ditmaal ook op dat de gruwelverhalen die Frits en zijn vrienden op smakelijke wijze weten op te dissen erger werden naarmate het boek vorderde en eindigden in de apotheose, te weten de wijze waarop Frits’ moeder zich bij de liefhebbende neus heeft laten nemen door ‘die man’ die haar een fles vruchtensap als ‘wijn’ verkocht.
Blijft nog de vraag, die ook ditmaal onbeantwoord blijft: waarom toch lees ik dit boek elk jaar weer keurig op de genoemde data, en gebeurt dat niet met de overige vijfduizend boeken die tegenwoordig vooral dienen als isolatie van vele wanden in mijn woonst? Allemaal beschikbaar ter leen? Zoals ik zelfs De Avonden al eens uitleende aan de dochter van een vriend die het nobele besluit had genomen lerares Nederlands te worden. Ik gaf het haar, met de strikte opdracht het ruimschoots vóór de 22ste december van het desbetreffende jaar terug te bezorgen, hetgeen zij ook prompt deed (kom daar tegenwoordig maar eens om) met de niet geheel onverwachte, maar toch enigszins verpletterende mededeling dat ze nog nooit zo’n saai boek had gelezen.
Ze zal wel meer van de Gipharts zijn. Of zoiets, mutatis mutandis.
Mag, ik vind dat zelfs uitstekend – ga maar eens na onder je kennissen van rond de dertig: geen hond die tegenwoordig nog een serieus boek ter hand neemt.
Maar daarover wellicht een andere keer.
______
Laatste reacties