Vandaag 119 jaar geleden is mijn moeder geboren en trouwden 82 jaar geleden de ouders van mijn echtgenote, een echte feestdag dus.
Ik heb sowieso vandaag iets feestelijks over me.
Jarenlang heb ik me te sappel gemaakt over de vraagt hoe het komt dat de twee sterren die ik zie door de hoge ramen van mijn slaapkamer elke (onbewolkte) nacht van links naar rechts schuiven, altijd op dezelfde hoogte en op dezelfde tijd, ongeveer een meter van elkaar af, terwijl dat helemaal niet kan, gezien de wilde tolvlucht die de aarde elk jaar door het heelal maakt – vanmorgen bedacht ik ineens, wat kan mij dat eigenlijk schelen, ik beschouw het als een houvast, een teken van stabiliteit, iets in die richting.
Ik ben tevreden over het feit dat de medicatie die ik twee weken geleden meekreeg inderdaad blijkt te werken.
Hoe dan ook ben ik tevreden over het feit dat ik over twee weken 84 jaar wordt, en dus een van de weinige van mijn generatie ben die nog niet dood, dement of doorgedraaid is. (Dat kan nog wel voor 12 november, natuurlijk, maar daar ben ik nu niet voor in de stemming.)
En dat ik deze tijd leef waarin voor bijna alles een oplossing voorhanden is – ik lees momenteel het tweede deel van de geromantiseerde geschiedenis van de Siciliaanse familie Florio, ik ben aangeland in het begin van de vorige eeuw toen het zomaar mogelijk was dat je in een paar maanden tijd drie van je kinderen verloor door ongeneeslijke aandoeningen als nekkramp, hartstilstand en doodgeboorte.
Ik denk aan de oktoberdagen uit het verleden toen er mooie dagen waren waarop je kon fietsen in de bossen tussen Mook en Groesbeek en dat de oktoberdagen tegenwoordig beduidend mooier zijn dan toen – fietsen doe ik niet meer, maar op een terrasje lunchen zit er nog dik in. Komend weekeinde, bijvoorbeeld.
En vandaag is het dinsdag en ik kan me werkelijk verkneukelen over de ’s dinsdagse avondmaaltijd met schoondochter en kleinkinderen (de zoon moet werken) en de malle gezichten die de kleindochter zal gaan trekken, met daarbij de originele theatrale gebaren en als ik niet zat te eten zou ik er tientallen foto’s van kunnen maken, hoe leuk is dat?
Over leuk (en lekker) gesproken: als ontbijt staat nu voor me een voortreffelijk broodje halfom (royaal pekelvlees en runderlever, gul bestrooid met veel versgemalen peper), een espresso uit de nieuwe koffiemachine, de pillen, de kefir en een glaasje gazpacho, veel rijker en beschaafder kan het niet worden. Vind ik.
En o ja, de tomaten die ik eind september groen plukte in de eigen tuin hebben besloten alsnog rood te worden en daarbij sappig en smakelijk te blijven.
Nee, laat de donkere dagen maar komen, ik kan met gemak de kerstboom zien binnendragen, ik verheug me op de vreugde die iedereen hier in huis daarbij beleeft, al begrijp ik het niet. En dan weer óp naar de stralende lente, die nog mooier wordt dan alle 84 lentes die ik heb mogen beleven.
En ik hoop uiteraard voor jullie hetzelfde, mutatis mutandis.
(Als jullie dit stukje manisch depressief willen noemen, be my guest.)
______