De geschiedenis pleegt zich te herhalen, maar iedere keer net weer anders. Klinkt inmiddels als een cliché van formaat. Tot je je realiseert dat je er zelf middenin zit.
Voor de mensen in het algemeen maakt het weinig uit, die worden iedere keer weer verrast door de geschiedenis, omdat ze ervanuit gaan dat alles altijd hetzelfde zal blijven.
De mensen zijn als dat konijn dat zich bewust is van de aanwezigheid van de wurgslang, maar denkt dat het niet zo’n vaart zal lopen als het maar doet of er niks aan de hand is. En de andere kant op kijkt.
Net als jullie bijna allemaal heb ik de aanloop tot de Tweede Wereldoorlog niet bewust meegemaakt. Weliswaar heb ik het jaar 1939 en de eerste maanden van 1940 wel degelijk meegemaakt, maar ik was niet eens een konijn – op de dag dat de Wehrmacht Polen binnenviel, 1 september 1939, was ik tien maanden oud.
En toen op 10 mei 1940 diezelfde Wehrmacht de truc geheten Blitzkrieg herhaalde met Nederland en België, was ik nog niet erg opgeschoten: ik was zestien maanden en de familielegende wil dat ik, comfortabel op de arm van mijn vader gezeten, ‘papa boem boem!’ riep tegen de zwermen Duitse vliegtuigen die, keurig het midden van de Nijmeegse Thijmstraat aanhoudend, Nederland binnenvlogen. Inmiddels weet ik dat een kind van zestien maanden dat soort opmerkingen niet zou maken, en zelfs ik niet.
Het was al begonnen in 1936, toen Hitler het Rijnland bezette, dat in 1919 bij het verdrag van Versailles was ‘gedemilitariseerd’. Gevolgd door de inlijving van Oostenrijk in maart 1938, maar daar hadden de Oostenrijkers zelf om gevraagd – je merkt dat de geschiedenis zich soms wel een beetje herkenbaar herhaalt. En daarna volgde de inval in Tsjechoslowakije, waar met name Engeland mee had ingestemd; het ging Hitler om de Sudeten-Duitsers, die een soort Duits spraken en dus hevig terugverlangden naar die Heimat, die inmiddels was omgetoverd tot een tot de tanden gewapend Oud-Germaans Derde Rijk onder leiding van een nogal daadkrachtige Leider – dat die vooral stapelgek was, dat zag menigeen over het hoofd. Peace in our time, zei Chamberlain.
Wanneer kom ik tot de vaststelling: Poetin is Hitler? Nou, bij deze dan. Een heilig Vaderland heeft Poetin ook, annexatielust (Lebensraum!) is hem absoluut niet vreemd, het houden van lange redevoeringen is ook zijn lust en zijn leven, al eindigt hij zijn onbegrijpelijke sprookjes nooit, zoals zijn illustere voorganger, met totaal onbeheerst geschreeuw. Ik zei het toch, niet alles is hetzelfde. Voor zover bekend waren heel veel Duitsers uit zichzelf enthousiast over de prestaties en plannen, dat schijnt in het geval van Rusland niet helemaal zo te zijn, het gerucht gaat dat de menigte die de annexatie van tien procent van Oekraïne kwam toejuichen, per bus was aangevoerd en ervoor betaald werd. Let op: gerucht.
Nog een groot verschil: Hitler had een legermacht die dankzij een voor die tijd ultramoderne staalindustrie en veel enthousiast vernuft veruit de sterkste ter wereld was, te land, ter zee en in de lucht. Pas toen hij van twee kanten werd aangevallen en zijn legers niet meer bevoorraad werden, moest hij het bijltje erbij neergooien.
Zelfs als je geneigd bent niet álles te geloven, lijkt het erop dat Poetin daarentegen met pijl en boog, hellebaard, speer en goedendag meende wel even Oekraïne op de knieën te dwingen. Terwijl de beoogde verdere tegenstander, de NAVO, gerekend moet worden tot de sterkste van de wereld – uiteraard weer met uitzondering van Nederland. (Maar of dat wat uitmaakt…)
Helaas is er nog een veel groter verschil: het had niet veel gescheeld of Hitler had daadwerkelijk beschikt over atoombommen – maar hij had ze dus niet en Poetin helaas wel. Hoewel me niet weten of die dingen niet al die tijd enorm hebben staan roesten, zoals zijn tanks en pantserwagens.
Langs deze enorme omweg kom ik tot mijn eigenlijke onderwerp: de mate waarin wij hier gewoon doorgaan met onze beuzelarijen, onze kleine kibbelarij op allerlei niveaus, over de vraag of een kamertemperatuur van 19 graden wel iets is dat je de mensen kunt opdringen en wat heeft dat voor gevolg voor de volgende verkiezingen, of we nog wel in Turkije op vakantie kunnen, waar we volgend jaar eens heen zullen gaan en hoe het is met Gordon en met André Rieu.
Kort samengevat: terwijl wij, hier in Nederland, rechtstreeks bedreigd worden met vernietiging door middel van atoombommen, besteedt Dagblad De Limburger vandaag vier volle pagina’s aan de zielenroerselen van een voormalige wielrenner en is heel Nederland in de ban van de vraag, of een voormalige voorzitter van de Tweede Kamer heel vroeger niet te bazig bezig is geweest tegenover haar personeel.
Zoiets hoor je nou nooit over het leven van alledag van 1938 en 1939, voordat het pandemonium van de Tweede Wereldoorlog zich ook over ons heen stortte.
Papa, boem boem, zeker.
______
Laatste reacties