Altijd leuk, die vijftiende augustus. Japan capituleerde op die dag in 1945, nadat het land zijn waanzinnige strijd had moeten staken nadat de Amerikanen de grootste oorlogsmisdaad aller tijden (tot nu toe) hadden begaan, namelijk het met behulp van twee atoombommen uitroeien van de bevolking plus de volledige verwoesting van Hiroshima en Nagasaki.
Oorlog is altijd al een oorlogsmisdaad, behalve natuurlijk als je er door een krankzinnige buitenstaander toe gedwongen wordt – zie nu weer het gevalletje Oekraïne; toen dat laatste land bleek ook op Russische soldaten te schieten vanuit ziekenhuizen en scholen werd dat als oorlogsmisdaad aangemerkt – terwijl iedereen met zijn klompen aanvoelt dat Oekraïne in zijn eigen land heel veel zo niet alles uit de kast mag halen in de strijd tegen de ongevraagde en onverdiende agressie door de gek Poetin, en dat niemand het logisch vindt dat de Russen zich door het Oekraïense gedrag gedwongen voelden dan maar op die ziekenhuizen en scholen te gaan schieten.
Ik haal dit er maar even aan de haren bij om dat we gisteren weer eens het gebruikelijke relletje hadden tijdens de herdenking van de capitulatie van Japan, waardoor ook in het toenmalige Nederlands Indië de oorlog eindigde.
Trouwens, de facto eindigde toen ook Nederlands Indië zelf, want dat hield twee dagen later zelf op te bestaan toen de Indonesische rebellenleider Soekarno de Republik Indonesia uitriep en zichzelf tot staatshoofd. Hij maakte daarmee een einde aan driehonderd jaar van afzichtelijk koloniaal en racistisch bewind door wat een schrijver wel eens omschreven heeft als ‘Een roofstaat aan de Noordzee’. Nee, niet België (die konden er zelf ook wat van) of Noorwegen, nee: het Koninkrijk der Nederlanden.
Het duurde nog tot 27 december 1949 alvorens de nog maar net aangetreden koningin Juliana in het Paleis op de Dam, onder het toeziend oog van de Indonesische premier en latere vice-president Mohammed Hatta, met haar handtekening afscheid nam van een belangrijk deel van het koloniale verleden – Indië verloren, rampspoed geboren was toen voor vele het adagium, al bleek dat achteraf reuze mee te vallen.
Wat daar allemaal aan vooraf ging en wat er op volgde, dat behoeft eigenlijk geen betoog, al las ik vanmorgen bijvoorbeeld in dagblad De Limburger een alinea waarin werd gemeld dat de Bersiaptijd duurde van 17 augustus 1945 tot 27 december 1949. Dat is niet waar, en kan bovendien gezien worden als een poging tot geschiedvervalsing: de moordend en brandschattend rondtrekkende, met speren bewapende groepen jongeren konden al begin 1946 tot bedaren worden gebracht. Hun optreden was niet mooi, misschien waren ze wel opgejut en Soekarno was ongetwijfeld er verantwoordelijk voor. Maar niet geheel onbegrijpelijk was het ook.
Wie daarna, inderdaad tot 27 december 1949 wèl moordend en brandschattend rondtrokken in de Gordel van Smaragd, dat waren de Nederlandse troepen, die optraden in een peperdure oorlog van het straatarme Nederland en waarvan de gruwelijke oorlogsmisdaden pas de laatste jaren aan het licht kwamen. Stel je dat trouwens eens voor, een land dat net onder het juk van een agressor is uitgehaald stuurt zijn leger naar een groot land aan het andere einde van de wereld omdat het in zijn hebzucht en grootheidswaanzin meent daar recht op te hebben.
Uiteindelijk kwam er dus die herdenking in Den Haag, waar lange tijd een bijzondere rol was weggelegd voor het regiment Van Heutsz, dat trots paradeerde met het vaandel met daarop de Krijgsverrichtingen 1820-1845. Dat was de tijd dat generaal Van Heutsz een groot deel van de bevolking van de streek Atjeh in Noord-Sumatra uitroeide. Let wel: daar zijn sommige mensen in Nederland nog trots op.
Geheel nieuw aan de herdenking van dit jaar was de kranslegging, na die van premier Rutte, door de ambassadeur van Indonesië – die dat uitdrukkelijk deed namens de ambassade en niet namens de regering van Indonesië – en het daarop volgende geluid van bepaalde groeperingen die vinden dat het, na de ‘diepe excuses’ van koning Willem Alexander en premier Rutte, het ook eens tijd wordt dat de Indonesiërs hun excuses aanbieden voor wat ze destijds de Nederlanders hadden aangedaan. (Is het trouwens geen tijd om eens excuses aan de bieden voor het doodschieten van Duitse militairen door het Nederlandse verzet in de Tweede Wereldoorlog? Ik vraag maar.) Daarna zou misschien een Indonesiër mee kunnen doen aan het jaarlijkse herdenken, vinden die mensen.
Je moet maar durven.
_______