Een van de wonderlijkste verschijnselen van het menselijk gedrag is de dubbele agenda.
We weten dat het klimaat verandert, dat dat in korte tijd extreme neerslag met zich meebrengt en windhozen en enorm lange perioden van droogte. Maar men blijft onverstoorbaar plannen maken om huizen en fabrieken te bouwen op terreinen die nu al zeven meter beneden de zeespiegel liggen. En op kleinere schaal: wéér parket leggen in woningen die vorig jaar maar net niet geheel kopje onder gingen. En dan zwijg ik maar over de mensen die weten dat het warmer wordt en droger en dat bomen en struiken rondom het huis voor schaduw kunnen zorgen; maar niet zoveel zin hebben in tuinonderhoud en dus de tuin laten betegelen – en daarna wel naar de fitness gaan, of gaan hardlopen.
We zijn allemaal voor de natuur, of zouden dat moeten zijn omdat we zelf natuur zijn (nou ja, niet allemaal natuurlijk, maar de meeste mensen wel) en vervolgens gaan we de tuin betegelen, spuiten we wat er aan groen nog rest weg met RoundUp, roepen dat het wreed is om vee halal of kosjer te slachten maar wel honden en katten in huis houden – of dat niet wreed zou zijn, een hond of kat die het leven van een mens moet leiden.
En dan beweren dat de kat niet binnen te houden is en bovendien ‘natuur’ is, dus die moet naar buiten kunnen waar het dier een ramp is voor de vogelstand.
Nou ja, de mensen zelf staan natuurlijk ook al vele eeuwenlang buiten de natuur. De laatsten die echt deel van de natuur uitmaakten waren boeren, maar de laatsten daarvan zijn honderd of honderdvijftig jaar geleden al uitgestorven. Moderne boeren zijn geen boeren maar ondernemers met een onderneming met winstoogmerk en zoals de ambachtslieden van weleer óf niet meer bestaan, óf ook ondernemer zijn geworden en terecht kwamen op industrieterreinen, zo moeten de boeren ook naar industrieterreinen met een grondbeslag dat recht evenredig van omvang is met het hun belang voor de samenleving.
Velen zien als oplossing: het verhaal over klimaatverandering is nep, een park is óók natuur en in de tuin werken is meer iets voor mijn opa, die man had er ook verstand van en ‘ik kan – op trotse toon – nauwelijks een aardappel van een tomaat onderscheiden’, hetgeen nog raker is dan bedoeld, want er is inderdaad niet veel verschil tussen een aardappel en een tomaat. En nou hebben we eindelijk een klimaat waarin het veel minder regent en de zon het hele jaar lekker schijnt, en we al maart lekker bruin kunnen worden (huidkanker krijgen alleen andere mensen) zijn er weer van die zuurpruimen die er tegen waarschuwen.
En zo is iedereen min of meer op de hoogte of kan dat zijn, en slaagt er niet in dat in zijn manier van leven te integreren. In plaats van minder stroom te gebruiken roept men vanuit de luie stoel dat er meer stroom moet komen, maar niet van zonneweiden en al helemaal niet van windmolens, wat dan wel, ja daar zijn jullie voor, daar hebben wij geen verstand van.
Minder vliegen dan. O, daar heb je ze weer, zijn zelf al jaar in jaar uit drie of vier keer per jaar voor een stadstripje in een vliegtuig gestapt en nu wij eindelijk ook eens kunnen, zouden we het zeker niet meer mogen. Want CO2 uitstoot..
En als ik dit nog even doorlees kom ik tot de conclusie: voor een deel doe ik er zelf aan mee – ik eet vlees en hanteer als geen ander de barbecue benevens de open haard en ik ga met de camper naar Italië, voor de tweede keer al dit jaar. Ja, maar dat komt zo, Italië is mijn vaderland – dat verandert de zaak natuurlijk. Ik douch wel kort en niet vaak, is dat voldoende compensatie?
We zoeken allemaal een uitweg om een uitzonderingspositie te verwerven.
Zodat we kunnen zeggen: ja, zeker, we merken heus wel dat er met het klimaat iets aan de hand is. Dus als jullie nou allemaal je menselijke natuur opzij zetten, kan ik, om maar eens met Mark Rutte te spreken, ‘gewoon blijven barbecueën’.
________