Toen we nog chaotische oorlogen ter land en ter zee voerden, ja toen was de Nederlandse vlag gewoon een praktisch hulpmiddel: Hollanders, bewapend met rieken, knuppels, bijlen, goedendags, hellebaarden, ponjaards, speren, pieken, kruis- en andere bogen, zwaarden en degens – krissen werden destijds niet praktisch gevonden – en natuurlijk vuurroeren, donderbussen en voorladers, hand- en haakbussen, musketten en mortieren, trokken ten strijde tegen de vijand van dienst. Tegenwoordig ziet de gewone Jan Soldaat de vijand nauwelijks, maar in de Middeleeuwen en nog lang daarna waren oorlogen zo fysiek dat de tegenstanders elkaar op het slagveld makkelijk een hand hadden kunnen geven, wat in veel gevallen wellicht te prefereren zou zijn geweest. Want integendeel, de gemiddelde soldenier greep bij voorkeur de vijand bij de stropdas en stak hem vervolgens iets scherps van metaal tussen de ribben.
En dat allemaal met veel rook, gejoel en getrappel van paardenhoefjes die natuurlijk altijd de zieligste slachtoffers waren want die hadden er dus echt helemaal niks mee te maken. En in die rook kon je dus met behulp van vlaggen zien wie je voor je had en waarom.
Meestal was de oorlog of althans de veldslag afgelopen als het donker werd en je ook de vlaggen niet meer kon zien. Bovendien snakten de overlevenden, die al vroeg uit de veren waren gekomen, wel eens naar een aan de omwonende boeren ontnomen gebraden haan en een fris biertje. En dus het slagveld, vaak een opvallend klein stukje open veld, verlieten, waar honderden doden en kermende gewonden lagen te wachten tot de kraaien en honden op af kwamen. Morgen verder.
Unifomen, daar hadden ze nog nooit van gehoord, die kwamen pas later. Aan de uniformen kon je ongeveer zien wie de vijand was en wie niet, hoewel mij in de nu woedende Oekraïense oorlog opvalt dat Russen en Oekraïners inderdaad alleen maar van elkaar te onderscheiden door dat kleine vlaggetje op de mouw.
Wisten jullie trouwens dat de Russische vlag is afgeleid van de Nederlandse, alleen de banen een beetje door elkaar gehusseld? Tsaar Peter de Grote weer. In het kader van de sancties tegen Poetin mag daar eindelijk wel eens tegen worden opgetreden.
Maar zoals boven uiteengezet, in die chaotische oorlogen van héél vroeger moest je dus kunnen zien wie de vijand was en dat waren dus degenen die onder de foute vlag opereerden. En zo kon het gebeuren dat de Nederlandse vlag, waarvan de herkomst zich in de duisternis der geschiedenis verliest, de huidige driekleur was. Toen ze van democratie nog nooit gehoord hadden laat staan kaas gegeten.
Dat met die kleuren luisterde trouwens flink nauw en het is maar goed dat Nederland nooit oorlog heeft gehad met Luxemburg, want die hebben een vlag die oranje blanje bleu is, en in de rokerigheid van het slagveld is die gemakkelijk te verwisselen met het rood wit blauw van de nu nog vigerende vlag. Die Luxemburgse driekleur lijkt, tussen haakjes, dan weer veel op de zogenaamde prinsenvlag, die door de NSB werd geprefereerd.
En hiermee zijn wij aangeland bij mijn, uiteraard weer licht controversiële standpunt ter zake van de ‘nationale vlag’. De nationale vlag, mijne vrienden, magen en andere kennissen, heeft al zijn nut verloren, behalve misschien voor vertoon op de achtersteven van een schip, dat geen ander kenteken heeft, dacht ik. ‘Hee, een Nederlandse boot,’ roep je dan terwijl je langs de Rijn onderweg bent naar de Lorelei of een andere dame naar keuze, en je ziet zo’n aak voorbij tuffen.
De vlag dient dus geen enkel praktisch doel meer – nou ja, de vlag vertelt ons tegenwoordig wie er fout is en wie goed. De NSB was fout en had dus die vlag. De boeren en de wappies zijn fout en hebben dus een blauw wit rode vlag.
Ik weet dat ik sommige mensen nu gevoelig op de tenen trap, maar op sommige momenten moet je gewoon ferm zeggen waar het op staat.
En als die vlaggen het verkeer belemmeren is de overheid gehouden er wat aan te doen. Voor de rest, ze planten hem maar op hun autowegmestvaalten – ze zullen er toch aan moeten geloven en aan het kortste eindje trekken, waar dus dat verkeerde dundoek aan vast zit.
_______