Kleine scène uit een film. We zien Doude van Herwijnen als inspecteur Wierdeman, Lex Schoorel als Hennie Ducker – die door Wierdeman wordt verhoord – en die naar de verhoorkamer wordt gebracht door een marechaussee, in wie we een jeugdige Piet Römer – later bekend geworden als De Cock met C, O, C, K. Ducker zegt tegen Wierdeman: ‘Ducker, met C, K.’ Opzet? Toeval? In ieder geval een ‘filmrijmpje’ dat mij trof.
Ik heb net die film van Fons Rademakers, Als twee druppels water, gezien. Ik las het boek van W.F. Hermans, De donkere kamer van Damokles lang geleden. Ik heb, meen ik, de film destijds, in 1963 of daaromtrent, ook gezien en van geen van beide enige bruikbare herinnering. Dankzij Cinemember kon ik er weer kennis van nemen.
En dat viel, waratje, niet mede.
Ik zou het kort kunnen samenvatten als ‘een tweederangs toneelstuk verfilmd als stomme film’, eventueel ook als ‘een nogal overdreven geacteerd toneelstuk zoals ze dat deden in de tweede helft van de negentiende eeuw’, compleet met overacterende protagonisten. Ook het verhaal dat als het boek van Hermans heel plausibel was, blijkt in de film volstrekt onbegrijpelijk, en dan heb ik het nog niet over het open einde waarin de raadselachtige figuur Dorbeck het blijkt te hebben aangelegd met de vriendin van Ducker en te liggen zonnen op een rots aan de kust van Ibiza of zoiets.
Om toch nog iets van betekenis toe te kennen aan de film haal ik hier een geleerd stuk van de hand van Hans Schoots aan, dat ik op internet trof.
‘Toen Lou de Jong in 1960 met zijn fameuze 21-delige televisieserie De Bezetting begon, veranderde er wat. Hij slaagde erin bij vele van zijn kijkers een nieuwe betrokkenheid bij de oorlog teweeg te brengen. De televisie was net een grote verspreiding aan het krijgen en De Jong benutte de impact van het nieuwe massamedium om het publiek met een aantal gruwelijke feiten uit de oorlog te confronteren en daarbij tegelijk een nogal zelfgenoegzaam nationaal saamhorigheidsgevoel te bevorderen. De Jongs serie is inmiddels een studieobject van belang geworden waarover historicus Frank van Vree vaststelde: 'De Bezetting is het verhaal van de aanranding van een onschuldig en onwetend volk, dat echter door zijn geestelijke kracht en onverzettelijkheid, onder bezielende leiding van zijn vorstin, het kwaad overwint en in wezen ongebroken en gezuiverd uit deze worsteling tevoorschijn komt.' Elementen die dit beeld verstoorden werden weggepoetst: 'Wie nu, drie decennia later, de episodes over de jodenvervolging terugziet, wordt getroffen door de feitelijke afwezigheid van de individuele slachtoffers enerzijds en de enorme nadruk op het verzet en de solidariteit van niet-joden anderzijds.' In De Jongs verhaal, dat helemaal in de wij-vorm stond, was weinig ruimte tussen goed en fout, en 'wij' waren goed geweest. Het stond alles in scherp contrast met de wereldbeschouwing die sprak uit Als twee druppels water. Toch kunnen Hermans' boek en Rademakers' film niet worden gezien als voorboden van de latere neiging het gedrag van bijna alle Nederlanders tijdens de oorlog in twijfel te trekken. De donkere kamer van Damokles ontstijgt de tegenstelling tussen oranjegevoel en schuldgevoel en roept eerder de vraag op of een moreel juiste keuze wel mogelijk is.’
En dat laatste is uiteraard de spijker op zijn kop. Fons Rademakers maakte een actiefilm met veel sensatie (die tegenwoordig wat ridicuul overkomt) terwijl Hermans betoogde met een strekking die niet, of laten we zeggen: moeilijk te verfilmen is.
Wat we dan wel weer verbaast waren de juichende recensies die de film ten deel vielen. . Maar dat was in die tijd, meen ik me te herinneren, de gewoonte: Nederlandse filmmakers kregen de gunst van de twijfel. Ik noem Paul Verhoeven, die het fenomeen ‘film’ nooit begrepen heeft en die toch sinds jaar en dag 24/7 in ploegendienst wordt toegejuicht.
______