Eigenlijk wilde ik vandaag een verhandeling houden over de aanstaande ondergang van Nederland als democratische staat, maar toen maakte ik de Volkskrant open en zag daar een eigenaardig artikel. En dacht: de democratie kan ook morgen nog opgedoekt worden, eerst dit.
Nou ja, het was een gewoon artikel, maar er waren een paar aspecten aan waar ik me graag, als u mij toestaat, nog even in wilde verdiepen.
Boven het artikel staat als onderwerp ‘Voedselindustrie’ en we zien in het artikel weer eens hoe achteloos er wordt omgesprongen met natuur en milieu. We zien een foto van een aantal grote bakken met fruit, die door een fruitgroothandel zijn klaargezet om vernietigd te worden. Want er zit een vlekje aan veel van die vruchten, of ze zijn een beetje erg rijp dus ze gaan ergens naartoe. Ik hoop stilletjes dat er misschien toch nog iets opbouwends mee kan. Ik noem het stoken van jenever, maar ja, wie drinkt er nou nog jenever als je voor hetzelfde geld, of iets meer misschien, weet ik veel, ook cocaïne kunt kopen?
Ik zie vooral ananassen, citrusfruit en in het artikel worden ook avocado’s genoemd – u weet wel, die vettige naar niks smakende peren uit het verre Mexico, een van de ‘fruit’soorten die bij hun teelt het meeste drinkwater verspillen, misschien nog wel meer dan Nederlandse koeien.
Ik zie ook een persoon die tussen die containers rondscharrelt om er, geheel gratis, nog iets van zijn/haar gading te zoeken. Met succes, begrijp ik uit het artikel.
Maar je ziet wel dat ik hier een eigenaardige formulering hanteer: zijn/haar.
De persoon die wij op de rug zien heet May, is 28 jaar en is non-binair.
Non-binair, zal menigeen nu mompelen, wat was dat ook alweer?
Op dat moment ben je het onderwerp ‘wat zonde toch van al dat mooie fruit’ al helemaal kwijt en leest verder, om te zien hoe Roos van Riel, verslaggever/ster, zich taalkundig uit deze heikele kwestie redt.
Want geheel nieuw en ultramodern ook wel flink cool zijn bijvoorbeeld de volgende zinsneden: ‘Ananassen en mango’s… gratis en voor niets neemt hen ze mee naar huis in een grote, kleurrijke boodschappentas. Naar de supermarkt gaat de non-binaire May nog maar sporadisch. Voor vrijwel al hun eten gaat de student dumpster diven – afvalbakken duiken dus.’
Die zinnen laten mij al een beetje afhaken wegens minstens twee dingen: een overvloed aan niet ter zake doende details, ik noem de grote kleurrijke boodschappentas; en ten tweede wegens het eigenaardig gebruik van de persoonlijke en bezittelijke voornaamwoorden hen en hun, die mij doen vermoeden dat May uit meerdere personen bestaat, respectievelijk dat hij/zij dat fruit opscharrelt voor meerdere (maar niet nader aangeduide) personen.
Terzijde wil ik ook nog opmerken dat het hier dus gewoon een persoon betreft die in een vuilnisbak snuffelt naar friet met mayonaise of een patatje oorlog, maar dat wordt gegentrificeerd (ik ken mijn moderne jargon!) door Mays speurtocht te omschrijven met een Engelstalige term.
Maar ik laat mij niet afleiden.
Non-binair is een moderne term (denk ik tenminste) voor wat vroeger werd aangeduid als hermafrodiet. Veel mensen worden geboren met iets dat is misgegaan tijdens de ontwikkeling van het kind bij de kopiëring van het genetisch materiaal of in de baarmoeder; foutjes waaraan bijna niemand ontkomt, het zijn er veel. Eén blauw en één bruin oog bijvoorbeeld, of een wijnvlek in het gezicht, of flaporen of nogal wat borsthaar of helemaal niet, neiging om twee meter lang worden dan wel te stoppen bij 1 meter 65, grote voeten, kleine voeten, blond of bruin haar. Of een ietwat slordige aanleg van de seksuele bouw en aanleg.
Dat je het nodig vindt om voor een non-binair persoon eigen voornaamwoorden te kiezen is je democratische recht uiteraard, maar kies dan geen voornaamwoorden die al voor andere mensen, in dit geval meervoudige mensen, in gebruik zijn.
Maar hoe dan ook: waarom is het nodig om in een artikel dat gaat over verspilling in de voedselindustrie de seksuele geaardheid van de daarin geïnterviewde persoon te berde te brengen? Zou ‘hij/zij’ en ‘haar/zijn’ niet veel handiger zijn, als het per se moet? Of zou het handiger zijn om te zeggen dat de geïnterviewde graag anoniem blijft, zodat de aandacht van de lezer volledig gericht blijft op de verspilling en niet wordt overgenomen door de noodzaak om door al dat hun en hen de weg in het artikel niet kwijt te raken?
Een artikel dat overigens nauwelijks een letter nieuws bevat zoals ik al zei, hoewel het nachtleven der wasberen me wel even fascineert.
‘Hen hijst de met ananassen gevulde boodschappentas op hun fiets’, zo begint de slotalinea, de lezer in lichte verbijstering achterlatend. De foto geeft ook al geen uitsluitsel: May, als die al op de foto staat, zien we van achteren.
In Nederland is May meestal een jongensnaam, maar uit het verhaal begrijp ik dat deze May een Amerikaan(se) is, en in de VS is May een meisjesnaam.
Ik ben de avocado’s en mango’s al helemaal vergeten. Maar wat is May toch?
________