Het regent, zoals ik al zei, jubilea. Morgen is het veertig jaar geleden dat mijn vader overleed, vandaag gaat het over iets heel anders. Ik sloeg de regionale krant op en kreeg zowat een hartverzakking: de studentenvereniging van de (voormalige) HTS in Heerlen viert deze week het negentigjarig bestaan. Let op: negentig jaar.
Zoals gebruikelijk in mijn leven is alles waar ik ooit iets mee te maken heb gehad – huizen, scholen, kazernes na mijn vertrek afgebroken of voor iets anders gebruikt – de HTS staat er nog wel, op het Bekkerveld, waar, te zien aan de ingrijpende verbouwingen, iets geheelk anders in komt. Ik zoek nog uit wat precies. De HTS zelf is opgegaan in een modern dus megalomaan onderwijscomplex met een fantasie- of quasi Engelse naam een paar straten verderop, maar daar gaat het vandaag niet over.
Die vereniging Woord en Daad bestaat negentig jaar en dat getal trof mij als een mokerslag. Zou het echt? Ik rekende even terug en kon geen andere conclusie trekken: het was echt.
Ik had namelijk bij het vijftigjarig bestaan van die toen licht zieltogende club een gedenkboek geschreven, prachtig (in toen nog heel duur full colour) uitgegeven en geïllustreerd door de onlangs overleden Maastrichtse fotograaf Paul Mellaart, dat hij ruste in vrede, en dat is inderdaad veertig jaar geleden, in de zomer van 1982.
De opdrachtgever was een puissant rijk man, Theo Martens, eigenaar tevens hoofdredacteur van het blad Natuur & Techniek, die ooit op die HTS had gezeten, maar de studie niet had kunnen afmaken -- hoezo, dat is mij ontgaan, doet ook weinig ter zake. Ik kreeg destijds wel de indruk dat het Martens met het ongevraagd op zich nemen van de organisatie van het vijftigjarig bestaan te doen was om een zachtaardige wraakoefening.
Nadat hij viavia vernomen had dat bij gelegenheid van het vijftigjarig bestaan van de club een soort in mühseliger Kleinarbeit bijeengestencild boekje zou uitkomen maakte hij er zich meester van, huurde een hem bekende journalist in en een inmiddels enigszins befaamd fotograaf, om niet alleen de geschiedenis van de vereniging vast te leggen, maart ook de feestelijkheden die Martens, vaak met hemzelf als middelpunt, organiseerde. Ik noem enkele wetenschappelijke symposia, bijeenkomsten van voormalige eerbiedwaardige docenten, niet alleen in een kasteel in Wassenaar maar ook in en om zijn meer dan riante villa in Munstergeleen met café en fullsize zwembad in de kelder en een weelderige rozentuin rondom. Van dat alles werd in het gedenkboek uitgebreid verslag gedaan.
Mellaart en ik kregen in toenemende mate het gevoel dat Martens ons beschouwde als zijn welwillende koelies, en beiden slaakten we een zucht van verlichting toen de feestelijkheden achter de rug waren en onze respectieve bankrekeningen zich mochten verheugen in de gevolgen van een en ander.
Martens verkocht Natuur en Techniek in het midden van de jaren negentig en voor zover ik weet cq kan vinden verdween hij in de krochten van de geschiedenis.
Maar hoe dan ook, Dat er sindsdien ineens veertig jaren verstreken zijn, dat was wel met een krankjorume snelheid, zeg.
Voornemen: dat fraaie boekwerk moet hier nog ergens liggen. Toch eens opduikelen, en daar niet weer veertig jaar mee wachten.
______