Wanneer zal het geweest zijn? Ergens midden jaren tachtig, schat ik. Ik was op de redactie van het Limburgs Dagblad in Heerlen onder meer belast met de begeleiding van de stagiairs van de opleidingen in de journalistiek, voornamelijk mensen die werden gestuurd door de Academie voor Journalistiek in Tilburg, maar ook wel studenten van de School voor Journalistiek in Utrecht.
Twee van die stagiairs sprongen er tijdens die stageperiode uit: Step Vaessen en Joep Dohmen. Step was afkomstig uit Simpelveld, Joep uit Heerlen. Beiden gingen ze tijdens de stage onverwijld als volwaardige verslaggevers aan de slag. Step verdween al snel voor haar tweede stage naar de NOS, Joep kreeg een proefperiode aangeboden op de deelredactie Heerlen van het Limburgs Dagblad.
Joep was een belangrijke aanwinst voor de krant. Maar dat vond iemand juist bezwaarlijk. Het was iemand die hoorde tot de ultraconservatieve kliek mensen in Roermond en elders in Limburg die geregeld met enig leedwezen moesten toezien hoe de journalistiek achter dingen kwam die men liever binnenskamers had willen houden. Het was nota bene de directeur van de krant, voormalig wijnhandelaar Jos Drehmanns – dat hij in alle eeuwigheid in vrede moge rusten – op de redactie was men algemeen van mening dat wij hier te doen hadden met een slager die zijn eigen product haatte.
Anders gezegd: hij haatte de publiceerlust van ‘zijn’ journalisten – hij heeft het zelfs ooit bestaan mij bij zich te roepen en mij te verzoeken ‘het een beetje rustig aan te doen’ met mijn berichtgeving over een ernstig conflict rond de Pepijnklinieken in Echt, waar conservatief Roermond een dikke vinger in de pap had. Ik weigerde uiteraard.
Drehmanns had kennelijk in de gaten wat voor vlees hij met Dohmen in de kuip had en verordonneerde dus dat Joeps proeftijd, helaas helaas, niet kon worden omgezet in een vaste baan: er was geen geld voor.
Joep verdween van het toneel in het Heerlense LD-gebouw, kwam naar ik meen een tijdlang terecht bij De Limburger in Maastricht en belandde al snel waar hij thuishoorde: op de redactie van NRC Handelsblad. Voor de rest van de geschiedenis verwijs ik naar het Wikipedia-lemma van Joep Dohmen.
Ik kwam Joep nog eenmaal tegen in de trein: hij woonde toen nog – misschien nog altijd – in Heerlen en pendelde per trein naar Amsterdam. Een vriendelijke lachende krullenbol, bedaard en op zijn gemak. Ik zag vandaag tot mijn verbazing dat deze jeugdige jongeman op 22 april 62 jaar is geworden.
Met genoegen nam ik in de jaren daarna kennis van Dohmens boeken, te beginnen met het boek over de Limburgse bouwmaffia, geschreven samen met Henk Langenberg. Er volgden meerdere boeken, onder andere ook over misbruikschandalen in de roomsche kerk.
Ik heb het niet opgeteld, maar volgens mij is Joep Dohmen de meest gelauwerde journalist van Nederland, met de Prijs voor de Dagbladjournalistiek, tweemaal De Loep voor Onderzoeksjournalistiek en eenmaal was Joep Journalist van het jaar.
Dat wil natuurlijk niet zeggen dat hij nooit de plank zou misslaan.
Maar ik zou er niet al te vast op rekenen.
En de Limburgse hotemetoten, die al vaker geprobeerd hebben journalisten de mond te snoeren, moeten aan de schandpaal omdat ze met middelen die in het huidige Rusland niet zouden misstaan, proberen een van de beste journalisten van Nederland het werken onmogelijk te maken.
________