Door Peter Stiekema
Het Giroblauw uit de Ronde van Italië, ook wel Giro genaamd, past bij Koen Bouwman (28). Hij was absoluut de beste Nederlandse renner met twee etappeoverwinningen en de (blauwe) bergtrui. Hij is de vierde Nederlander die het eindklassement en de klimmerstrofee in een grote ronde mee naar huis mag nemen. Eerder deden dat Joop Zoetemelk (Ronde van Spanje) Steven Rooks en Gert-Jan Theunisse (beiden in de Ronde van Frankrijk) en nu dus Koen Bouwman uit Ulft (Achterhoek). Bijnaam: de ijsvogel van Ulft. In mijn optiek was hij ook de meest aanvalslustige coureur van de Giro. Twee van zijn vluchtpogingen werden beloond met fraaie etappezeges.
Merkwaardigerwijs wees de jury Mathieu van der Poel aan als meest strijdlustige renner. Hij was weliswaar veel in de aanval maar dat leidde tot weinig. De eerste drie dagen van Mathieu waren het vruchtbaarst, met een etappezege, drie dagen de roze trui en een tweede plek in de eerste tijdrit. Daarna was het toch vooral vechten tegen de bierkaai, met veel verspilling van krachten en geintjes op 1 wiel.
Jarenlang, vanaf zijn jeugdjaren, vocht Mathieu vele oorlogen uit met Wout van Aert. Dat leidde tot beklijvende duels in de cross, met vier prof wereldtitels van Mathieu, tegenover drie van Wout. Maar de laatste jaren blijkt Van Aert toch een aanzienlijk betere klimmer, die zelfs in staat is overwinningen te boeken in het hooggebergte. Van der Poel werd tijdens zijn ontsnappingen in de Giro telkens gelost als er meer dan één steile berg op het parcours te vinden was.
In het UCI-klassement staat Mathieu deze week op plaats zeven. Pogacar staat op 1, Van Aert op 2 en Roglic op 3. Zij hebben veel meer punten dan Van der Poel, dus de top van dat klassement lijkt voorlopig ver weg. Ook de zeer jonge Remco Evenepoel,, Carapaz en Mohoric staan nog voor de kleinzoon van Raymond Poulidor. Hij blijft natuurlijk een fantastische coureur, vooral door zijn nietsontziende aanvalslust, maar hij zou toch wat minder met zijn krachten moeten leren smijten. Op naar de Tour dan maar en hopelijk daar wat meer succes.
Nog even terug naar Koen Bouwman. Bouwman behaalde zijn eerste professionele overwinning in de Dauphiné van 2017. Ook toen een bergrit. Daarna was hij vooral knecht van kopmannen als Roglic, Kruijswijk en Van Aert. Doordat de voorziene kopmannen van zijn ploeg Jumbo-Visma, Tom Dumoulin en Tobias Foss dit jaar in de Giro volkomen faalden, lag de weg ineens open voor de kwaliteiten van Bouwman. Hij maakte daar dankbaar gebruik van en is nu ineens een grote meneer geworden. Het grote geld ligt op hem te wachten. Zo niet bij Jumbo-Visma, dan toch zeker bij een andere ploeg. Hoopvol is ook het rijden van twee 22-jarige Nederlanders Thijmen Arensman en Gijs Leemreize. Sterke klimmers met goede tijdritbenen. Zou een van die twee ooit eens in staat kunnen zijn de Tour de France te winnen? Hoop doet leven maar we hebben al zoveel potentiële Nederlandse Tourwinnaars zien sneuvelen (Gesink, Mollema, Kruijswijk). En op Tom Dumoulin ga ik mijn geld evenmin meer zetten.