Degenen onder de lezers van deze regelen die goed opletten weten het inmiddels: ik ben een rijksgediplomeerd onheilsprofeet. Je zou het ook zwartkijker kunnen noemen, of gewoon: pessimist. En jullie begrijpen het al: dit wordt geen vrolijk stukje.
Terwijl de aan paranoia lijdende dictator in het Kremlin de oude Russische gedachte levend houdt: wij worden omsingeld door mensen die het niet goed met ons voor hebben, blijken ineens de inwoners van West-Europa degenen te zijn die zich terecht in toenemende mate moeten toezien omsingeld en onder de voet gelopen te worden door allerlei opdringerige partijen.
Ik beluisterde zojuist, modern als ik ben, een podcast op de site van NRC, die gaat over de vraag: wordt Australië onbewoonbaar? Het antwoord is genuanceerd, maar komt er toch op neer: ja. Dat is overigens een conclusie die ook te trekken valt uit het hoofdstuk Australië in het boek Collapse, dat collega onheilsprofeet Jared Diamond schreef in 2005. Alleen wanneer het tot de inwoners van dat eiland versneld tot het inzicht komen dat alleen serieus ingrijpen misschien nog helpt, als ze willen dat de steeds sneller elkaar opvolgende rampen als gevolg van klimaatverandering een halt toegeroepen wordt.
En zo niet: waar moeten die 26 miljoen Australiërs naartoe? Ik zie het al voor me: al die afstammelingen van in de jaren veertig en vijftig naar Australië geëmigreerde Nederlanders zijn uiteraard van harte welkom in Nederland. De rest kan naar Engeland, Amerika en Zuid-Afrika.
Hier in Nederland en elders in Europa komen ze terecht in landen die door verpesting van de grond en verwaarlozing van de bevolking zichzelf niet meer kunnen voeden, lang niet allemaal een dak boven het hoofd hebben of kunnen bieden en zichzelf niet meer kunnen verdedigen bij gebrek aan een leger en met een bevolking die leeft in het besef dat het leger toen het nog bestond, nog nooit in enige oorlog een poot aan de grond heeft gekregen.
Terwijl er alweer een heel eind verderop op het ook al drukke eiland Eurazië een krankzinnige dictator zijn plannen maakt om na het herstel in volle glorie van de roemruchte Sovjet-Unie – de Tweede Wereldoorlog gewonnen! – van plan is de oude vijand Hitler postuum een lesje te leren door op te rukken naar de Noordzee, erop en erover – ik zeg niet dat dat gaat lukken, maar veel zullen we hem niet in de weg kunnen leggen.
Hulp van de Verenigde Staten hoeven we ook niet te verwachten, want met de verkiezing van Trump in 2024 begint dat land aan een reeks presidenten van Republikeinse zijde die niet goed bij hun hoofd zijn – voor je het weet worden we op een ochtend wakker en merken dat we omsingeld zijn door krankzinnigen wier hol gelach over de slappe hap daar in West-Europa nu al te horen is als je goed luistert.
En dan hebben we nog Afrika, gekoloniseerd door China, maar ook al half uitdrogend en voor de rest verdrinkend, waarvan de bevolking gehoord heeft dat je dat watertje maar hoeft over te steken om geld uit de muur te kunnen trekken – waarbij China en India tevreden glimlachend toekijken en misschien zelfs een deel van bevolking ertoe aanzetten op te rukken naar de EU-vleespotten.
Waarbij ik er even aan wil herinneren dat al die landen, als het erop aan komt, een geringe indruk hebben van ons; de verhalen over het koloniaal verleden kunnen daarbij goede diensten verrichten.
En dan wil ik, om niet al te veel op de grote hoop te gooien, nog niet reppen van de gevolgen, met name voor Nederland, van de klimaatverandering. En van die massa-immigratie die werkelijk voor deur staat, misschien eerder en omvangrijker dan we nu denken. En dan zitten wij met die regering die het al lange tijd en nu ook in toenemende mate als haar uitsluitende taak ziet de allerrijksten een goed heenkomen te bieden.
Voor wie de onheilsboodschap serieus wil nemen is er maar één advies: pak je boeltje bij elkaar en vertrek naar het enige oord waar ze je misschien nog toelaten en waar je misschien ook nog een normaal leven kunt leiden: Zuid-Amerika.
Maar kom niet bij mij klagen als ook dat niet leidt tot dat lieve luie leventje waar we zo aan gewend waren geraakt.
En al helemaal wil ik niet gestoord worden als het onheil misschien toch, geheel of gedeeltelijk, achterwege blijft.
_______