Ooit heb ik wel eens op D66 gestemd, maar dat was in een grijs verleden. Toen was het trouwens nog de partij van Jan Terlouw en Hans van Mierlo en met de laatste voelde ik me enigszins verwant wegens ons beider broodwinning.
Dat was ook de tijd dat je je als politicus volledig kon concentreren op je werk, ook al omdat ook de journalistiek over de volle breedte serieus en min of meer ongestoord zijn werk kon doen.
Natuurlijk namen we wel kennis van wat je zou kunnen noemen de ‘persoonlijke activiteiten’ van bewindslieden en andere politici, en daar waren dingen bij waar ook andere mensen dan bewindslieden zich wel eens een beetje schuldig aan maakten en die bij de berichtgeving geen rol konden (en nog altijd niet kunnen) meespelen.
Hoewel: een minister die ging scheiden trad daarom af, een andere minister die met een borreltje op tegen een lantaarnpaal reed ook. Ook toen werd een merkwaardig paard van stal gehaald: de voorbeeldfunctie van het bewindslied. Zo’n beetje het idee van: als timmerman kun je je gang gaan, maar als bewindspersoon zit je nu eenmaal in een glazen huis.
Maar die tijden, waarin iedereen het eens wat over de grens tussen ernst en jolijt, tussen erg en nou ja, zijn voorbij.
Om de een of andere onnaspeurlijke reden mag iedereen die iets gedaan heeft dat niet zo verstandig was, of zelfs nogal schadelijk voor anderen, tegenwoordig zonder vorm van proces aan het kruis worden genageld, dan wel met pek en veren de tent uitgegooid. Alsof de opvatting van die primitieve Romeinen als zou een verdachte zonder veroordeling onschuldig zijn, helemaal verkeerd is gebleken.
Wat die meneer Van D. van D66 precies uitgespookt, ik heb geen idee en ik wil het ook niet weten. Als het iets is dat niet door de beugel van de wet kan, naar de rechter ermee – nergens voor nodig om er op de manier van Evert Santegoeds en Henk van der Meyden mee aan de slag te gaan.
En toch gebeurt het.
En het is een in essentie redelijk onschuldige kwajongen die leiding geeft aan de nieuwe stroming in de journalistiek: de geinig geschreven feitenvrije column.
De persconferentie van Sigrid Kaag waarin ze haar excuses aanbood aan de slachtoffers van meneer Van D. was nog bezig toen de columnist van GeenStijl al razendsnel zijn stukje klaar had, waarbij hij snelheid won door instemmend zichzelf citeren, en zich ontpopte tot wat ik al dacht: de opperpester van het schoolplein had weer toegeslagen.
In al die vrolijkheid roept hij dat hij helemaal geen vrouwenhaat pleegt door mevrouw Kaag een ijskonijn te noemen, en vrij openlijke homohaat demonstreert door te roepen dat hij er zelf ook wel pap van lust. Maar als hij voorstander is van de verwerpelijke methode van niet alleen de verdachte te brandmerken, maar meteen ook diens familie, op dat moment neemt zijn gedrag bedenkelijke vormen aan.
Maar al die vrolijkheid bedekt net niet genoeg zijn in het stuk blijkende voorkeur voor Marine Le Pen, die grote vriendin van Vladimir Poetin die, als ze de kans krijgt, ten behoeve van haar vriend West-Europa in een grote crisis zal storten. Maar haar mag je van deze columnist niet pesten.
Voor wie niet het doelwit is van deze columnist kan gemakkelijk denken: het is al jaren koekoek eenzang wat de goede man wekelijks te berde brengt, en het is altijd die heel beperkte groep slachtoffers die er vermoedelijk allang tegen kan. Maar zoals in dit geval – vrouwen, homo’s, moslims, die van van alles beschuldigd worden waartegen geen verweer bestaat, die kan het er flink te kwaad mee krijgen.
En bedankt maar weer.
_________