Oorlog in Oekraïne, alles goed en wel, maar van onze vette bek blijven ze af.
Dat is ongeveer de tendens van een ‘draadje’ op Twitter, gisteren en vandaag, waarin veel tweeps hun wanhoop onder woorden brengen voor een dreigende ramp: tekort aan zonnebloemolie, door die oorlog in Oekraïne. Of het zover komt is nog maar de vraag, want de zonnebloemen voor de volgende oogst moeten nog gezaaid worden, dus wie weet – die Russische tanks kunnen niet álle akkers in het geteisterde land onbruikbaar maken.
Maar de paniek is daar niet minder om.
Terwijl ik de opmerkingen lees begin ik te begrijpen: er zijn echt mensen dat dagelijks of in ieder geval heel vaak hun voedsel in kokend vet pleuren, wachten tot het bruin is en dan met een smakelijk sausje – een kwak mayo of frietsaus – naar binnen werken. En dat vet is voor het grootste deel Oekraïens frituurvet, dat nu al op rantsoen is.
Terwijl er inmiddels ook een andere oplossing is: de airfryer. Die ook weer niet helemaal de hemel in moet worden geprezen, qua gezondheidsclaim; de frieten die geschikt zijn voor die miniatuur warmeluchtoven zijn in extra in vet gedompeld tijdens de productie.
Ik ben nog uit de tijd toen de mensen hun frieten bakten in een gewone pan, in bijvoorbeeld smout – zoek even zelf op wat dat precies is – en bij mij thuis was dat smout van uitgebakken spek of zelfs het vet van de zelfgefokte konijnen (nee, die gingen er niet levend in, gek. We waren wel barbaren, maar zo erg maakten we het nou weer niet, met Flappie.) In Duitse supermarkten is ook Gänseschmalz te koop.
In Duitsland wordt ook veel gefrituurd, maar vaak in raapolie – dat is olie gemaakt uit de zaden van, inderdaad, koolzaad. Of raapzaad. In Oekraïne hebben ze de eindeloze velden met vrolijke zonnebloemen, zie de film daarover met La Loren en Mastroianni, I Girasoli uit 1970, met muziek van Mancini muziek (hier), wij kleuren het land in mei geel met koolzaad. (Of raapzaad).
In landen rond de Middellandse Zee wordt veel olijfolie gebruikt, de productie is enorm, maak maar eens een rondreis door Algerije, Tunesië en Marokko.
Om olijfolie te gebruiken voor bakken, braden en frituren lijkt me zonde (van God) omdat die betrekkelijk dure en kostelijke olie door verhitting van alle smaak en goede eigenschappen ontdaan wordt.
Een dieet met wat meer gerechten met koude of licht verwarmde olijfolie van eerste persing kan ik sterk aanbevelen, ook met het oog op je gezondheid. Ik noem maar insalata caprese, die weliswaar niets met het eiland Capri te maken heeft maar wel bestaat uit rijpe tomaten met mozzarella di bufala, knoflook en basilicum, ruim besprenkeld met olijfolie van een goed merk – het lekkerste zijn de olies gemaakt van één enkele cultuurvariëteit olijven, zoals de Taggiasca. (en drink, als niemand kijkt, de overgebleven saus even op, zo van het bord, heerlijk.)
Als je per se moet dan kun je bakken of frituren in olio di sansa di oliva, een mooie naam voor een olie die wordt verkregen door het verwarmd uitpersen van de olijvenprak die na de eerste koude persing overblijft.
Aan olijfolie kleeft helaas nog een raar odium: de tere maag van de Hollandse vakantieganger bleek ooit niet bestand te zijn tegen olijfolie en knoflook, de eerlijke vakantieganger van boven het Noordzeekanaal miste na een dag in het Zuiden zijn bloemige piepertje met zju al.
Niet dat ik jullie olijfolie wil opdringen, ik houd die sowieso graag exclusief.
Als de zonnebloemolie dus op is kun je naast raapolie ook pinda-olie of kokosolie gebruiken, hoewel de meningen over die laatste olie verdeeld zijn. Het is wel de olie die het best bestand is tegen verhitting.
En verder ben ik van mening dat Rusland oprecht sorry moet zeggen en zich terugtrekken uit Oekraïne.
______