Je denkt dat zo’n mevrouw die de kookrubriek schrijft in de Volkskrant geen geweldige blunders maakt. Vandaar dat ik met enige verbazing, zeg maar rustig: verbijstering het stukje van Yvette van Boven in het Volkskrant Magazine van afgelopen zaterdag las.
Ik begrijp daaruit dat zij intussen in het zuiden van Ierland woont, en daar wekelijkse boerenmarkt bezoekt.
En wat ontdekt ze daar? Kaki’s!
Mijn verbijstering betreft vooral het tijdstip van haar vondst: het kakiseizoen begint ongeveer in november en is tegen eind januari wel afgelopen. Tegenwoordig komen er ook kaki’s uit het zuidelijk halfrond, het is zonde dat ik het zeg, maar je kunt, als je goed uit je doppen kijkt, ook in de rest van het jaar wel kaki’s vinden, bijvoorbeeld uit Zuid-Afrika of Brazilië. In de VS groeien ze ook, daar worden ze persimmon genoemd. En zijn ze trouwens van een ander type en veel minder zoet dan de kaki’s die in Europa, vooral in Italië en Spanje, worden geteeld.
En naast mijn voordeur staat een boom die niet elk jaar, maar de laatste jaren toch met enige regelmaat, een fikse oogst aan kaki’s levert.
En dan noemt Van Boven de kaki ook nog ‘de wintertomaat’. De kaki verschilt van de tomaten zoals de peren verschillen van de kropsla.
Tijd om eens helderheid te verschaffen.
Voor degenen onder de lezers die niet weten waar ik het over heb: Kaki’s zijn de vrucht van een tamelijk grote boom die luistert naar deftige naam Diospyros kaki. Het hout van de boom is geschikt voor het maken van meubels, de boom is verwant aan het ebbenhout, maar niet zwart. Het is trouwens een zeer sierlijke boom met prachtige herfstkleuren.
Als je in de herfst door Noord-Italië rijdt zie je in vele tuinen bomen die lijken op het logo van het voormalige Oranjeboombier: kakibomen die pronken met hun oranje vruchten.
Mijn eigen eerste kakiboom zag ik op een winters plaatje in een Japans kookboek uit 1973, daar werden ze dadelpruim genoemd. Maar ik moest nog wachten tot de herfst van 1980, toen ik in een Turkse groentenzaak voor het eerst kaki’s zag. Ze zijn prachtig oranje, als je niet erg goed kijkt lijken ze inderdaad een beetje op tomaten. Ze voelen hard aan, maar kijk uit: als ze heel rijp zijn barsten ze zo open en kun je ze praktisch drinken. Toen ik dan ook de eerste keer kaki’s had gekocht bij die Turkse winkel kon ik ze thuis uit de plastic tas in een karaf schenken. Als ze iets minder rijp en met de lepel uit een in twee helften gesneden vrucht te eten zijn, moet je er voor de grap eens een paar druppels limoensap op doen: je eet de heerlijkste vruchtenmoes ter wereld.
Die eigenschap van kwetsbaarheid was er de oorzaak van dat je in West-Europa pas enkele tientallen jaren kaki’s kunt kopen, omdat ze moeilijk te vervoeren waren. Maar een jaar of veertig geleden werd ontdekt dat een behandeling met CO2 de ‘inhoud’ rijp maakte en intussen de vrij harde schil intact hield. Sindsdien zijn ze overal in Europa vanaf begin november verkrijgbaar.
De inhoud moet dus wel goed rijp zijn. De hier verkrijgbare vruchten zijn in onrijpe toestand en vóór de behandeling met CO2 vrijwel oneetbaar: ze bevatten veel tannines waarvan de mond als het ware helemaal samenknijpt.
Ideaal is een eigen boom waaraan de vruchten helemaal rijp kunnen worden. Je kunt voelen of ze rijp zijn door er heel voorzichtig in te knijpen: als ze een beetje meegeven zijn ze eetbaar. In ons land is een droge herfst en een laat invallende winter wel vereist om eigen rijpe kaki’s te kunnen oogsten. Het is me de laatste jaren een aantal keren gelukt. Ik kon er diverse buren mee verblijden.
In plastic verpakken van onrijpe of half rijpe kaki’s samen met appels kan de rijping enigszins bevorderen, maar echt bevredigend is die methode niet.
De ketchup die Yvette van Boven van die in Ierland gevonden kaki’s maakte, lijkt me niet erg lekker: uien, knoflook en kruidnagels lijken me slecht combineren met de overweldigende zoetheid van de vrucht. Maar smaken verschillen, uiteraard.
Zelfs kakimoes koken van onrijpe vruchten levert niks op, de tannine blijft op zijn post.
Tot slot: in Nederland zijn kakibomen vrij algemeen te koop, zelfs in diverse cultuurvariëteiten. Ik vind wel dat men de teelt in Nederland daarbij wat simpel voorstelt; zo weet ik uit ervaring dat de boom pas na een tiental jaren vrucht draagt, de bloesem qua sierwaarde weinig voorstelt, en sommige kwekers halen vrolijk kaki’s door elkaar met Sharonfruit, een Israëlische variant die meer verwant is aan de persimmon.
_______