Eerst even kort samenvatten: verkrachting of poging daartoe, stalken en het sturen van foto’s van geslachtsdelen zijn misdrijven waarvoor de rechter doorgaans een fikse straf in petto heeft. Vooral wanneer er nog bij komt dat de werkrelatie tijdens de daden waarvan tegen de verdachte aangifte is gedaan, in veel gevallen neerkwam op afpersing door machtsmisbruik.
Daarnaast zijn er situaties denkbaar waarin een goed verduidelijkend gesprek tussen iemand die nog net niet stalkt of het slachtoffer ongewenst aanraakt of toespreekt, en de leidinggevende, de lucht kan doen verfrissen. Of anders ontslag aangekondigd wordt.
Daarna raken we in een geweldige verwarring.
O wacht, er moet nog iets even duidelijk gezegd worden: ook de daders van genoemde misdrijven hebben recht op dezelfde behandeling als elke verdachte: dus namen niet voluit in de media, ook geen aanduiding van functies waar de verdachte werkzaam is/was of andere gegevens die gemakkelijk leiden tot ontdekking van de identiteit van de verdachte. Ook niet als het sport betreft.
Kortom: de tijd van openbare terechtstellingen ligt enkele honderden jaren achter ons en mijn voorkeur gaat er naar uit dat die tijd niet terugkomt. Zoals de laatste maanden soms het geval lijkt te zijn.
Daarna dus toch die verwarring.
Want hoe gaat dat op je werk?
Daar werken mannen en vrouwen. Vooral wanneer men, als gelijken in rang, veel uitwisseling met elkaar heeft en dus ook in sociaal opzicht vaak betrekkelijk intiem met elkaar omgaat. Je gaat eens samen een biertje drinken of komt bij elkaar over de vloer.
Iedereen die korte of lange tijd heeft gewerkt in zo’n situatie kan wel een of meer verhalen vertellen over wat er allemaal kan gebeuren, en hoe de betrokkenen daarop reageren. Ik bedoel maar: de een is meer gediend van lichamelijke aanrakingen of toespelingen dan de ander, en iedereen weet ook van situaties waarin de initiatieven daartoe niet uitsluitend van manspersonen kwamen.
Mijn ervaring is dat dat allemaal ‘another day at the office’ kan zijn.
En natuurlijk zijn er daarbij, behalve grenzen ook eenvoudigweg verschillen van opvatting. Ik noem daarvan, uitdrukkelijk als manspersoon, een eenvoudig voorbeeld.
Een jeugdige vrouwelijke collega komt op een warme dag in een ultrakort broekje naar kantoor. Zij vindt zelf dat dat prima is, op een warme dag, en het staat haar ook goed, vindt zij. Maar als de mannelijke collega’s haar nakijken en naar elkaar knipogen, ervaart zij dat soms als hinderlijk. Zij ervaart de situatie honderd procent anders dan de mannen op kantoor, maar hun reactie is begrijpelijk, vind ik, alles goed en wel, maar je bent niet van steen.
Hoewel mannen het tegenwoordig ook wel bestaan om in korte broek naar het werk te komen en dat, merkwaardig, niemand daarom knipoogt.
En nou maar hopen dat dit stukje mij niet indeelt in het kamp van de vijand.
Hoe dan ook: beide opvattingen kunnen bij volwassen mensen best naast elkaar bestaan.
_____