Door Guido t’Sas
Een notaris, tijdens de Tweede Wereldoorlog lid van de Joodse Raad in Amsterdam, zou voor 85 procent zeker schuldig zijn (geweest) aan het verraad van de familie Frank in het Achterhuis, dus tevens debet zijn aan de dood van de 15-jarige Anne, over de hele wereld bekend van haar dagboek. De notaris zou dit hebben gedaan om zichzelf en zijn gezin tegen de Duitsers te beschermen. (Wit voetje halen, zo heet dat volgens een vergeten uitdrukking.) Vijf en tachtig procent bewijs; geen rechter die dat als wettig en overtuigend zou accepteren. Deze vrucht van een onderzoek door een internationaal team is dan ook onmiddellijk in twijfel getrokken.
De enige tastbare aanwijzing voor dit verraad zou bestaan uit een door vader Otto Frank overgetypt anoniem briefje. Frank heeft dat na de oorlog gelaten voor wat het was.
De media zijn daar deze week opgesprongen want ja, de media willen wel. Na deze gratis publiciteit zien we op de voorpagina van de dagbladen een advertentie voor het boek Het verraad van Anne Frank. Kassa! Ook tegen de titel zou je – hoewel formeel niet onjuist – bedenkingen kunnen hebben. Google maar eens op ‘het verraad van’. Je ziet dan dat de formulering even goed zou kunnen betekenen dat Anne verraad heeft gepleegd.
Het is een door uitgevers geliefde methode, eerst de massale publiciteit, vervolgens de uitgebreide reclame in welke vorm dan ook. Zo hoor je dezer dagen Claudia de Breij dagelijks verwijzen naar het boekske dat zij heeft gemaakt na haar gereguleerde interview dat zij vorig jaar had met de toen aankomende kroonprinses Amalia. Een en al lof natuurlijk voor het (wettelijk, dat klopt) als volwassen bestempelde meisje.
Jammer alleen, dat de prinses zich bij haar ontvangst door de Raad van State bediende van op z’n zachtst gezegd onvolwassen taalgebruik: ‘Ik besef me’. Nog meer te betreuren: kennelijk heeft Amalia vader Willem-Alexander niet gevraagd, of het wel slim was, in coronatijd 21 mensen uit te nodigen op de viering van haar achttiende verjaardag. (WA heeft daar achteraf zelf van gezegd dat het anders had gemoeten.)
Claudia de Breij put zich in de radioreclame voor haar boek intussen uit. de bijzondere eigenschappen van de kroonprinses te benadrukken. Ze desavoueert zichzelf daarmee als cabaretier, althans in de sfeer die het cabaret oorspronkelijk had: doortrokken van spot en aanklacht. Ook een vorm van verraad, maar dan aan zichzelf.