Door Peter Stiekema
Ik woon inmiddels ruim vier maanden in België, om precies te zijn in Voeren, ongeveer 500 meter van de Nederlandse grens, aan de andere kant ligt Slenaken. Daarvoor woonde ik 32 jaar in het grensdorp Elsloo aan de Maas, schuin tegenover het Belgische Maasmechelen. Bovendien ben ik al geruime tijd gehuwd met een Vlaamse mevrouw. Groot was dan ook mijn verbazing toen ik een uitnodiging kreeg voor een ‘programma inburgering’. Met andere woorden een verzoek om in te burgeren in Vlaanderen/België.
Men garandeert mij dat ik nuttige info krijg: 'over onze samenleving en wij helpen u om uw weg te vinden in België'. En bovendien is inburgering voor mij gratis. De Vlaamse Gemeenschap betaalt de kosten. Dat laatste klonk mij, zuinige Nederlander, natuurlijk als muziek in de oren.
'Wat gaan we doen?', zo lees ik verder in de folder. 'Een medewerker ontvangt u. We geven u uitleg over het programma. U volgt cursussen: Maatschappelijke Oriëntatie (MO), Nederlands op een eenvoudig Niveau (A1 en A2) Spreekt u Nederlands? Dan brengt u een bewijs mee. Of u legt een test af. U moet dan geen taallessen volgen'. Enzovoorts, enzovoorts.
Maar verderop in de tekst komt dan toch een vervelende aap uit de mouw. De corona-aap; 'De deuren van onze contactpunten’ (dat van mij bevindt zich in Tongeren, niet echt naast de deur) ‘zijn gesloten omwille van de coronamaatregelen. Gelieve contact met ons op te nemen via telefoon of email.’
Dat heb ik dan maar even gedaan. Telefonisch. Ik kreeg een tamelijk slecht Nederlands sprekende dame aan de lijn en haar heb ik getracht uit te leggen dat een cursus integratie en inburgering niet echt aan mij besteed is. En dat ik meer dan veertig jaar als journalist in Limburg gewerkt heb en nu nog regelmatig columns schrijf, in het Nederlands, ook over zaken in België. Ook breng ik regelmatig een bezoek aan Café De Zotte Lambiek en andere etablissementen. Daaruit zou toch moeten blijken dat ik genoegzaam ingeburgerd ben.
Ik hoop dat ik de dame in Tongeren met mijn betoog helder heb kunnen maken dat inburgeren voor mij een beetje averechts zou kunnen uitvallen.
En anders krijgt deze column ongetwijfeld een vervolg.