Hij was een van de merkwaardigste figuren die ik ooit heb meegemaakt. Destijds midden vijftig, mager, zwijgzaam. Hij woonde in een enorme zelfgebouwde villa die uitbundig zijn absolute smakeloosheid verried, maar hij werkte altijd aan het kookeiland in de perfect geoutilleerde keuken, waar nooit gekookt werd sinds zijn vrouw en kinderen het niet meer bij hem hadden uitgehouden en waren gevlucht.
Hij werkte alleen ’s nachts. En waaraan? Ik zou het niet weten. Hij was de uitgever van een obscuur natuurwetenschappelijk blaadje, dat onmogelijk zo veel geld kon opleveren dat hij er dat kapitale huis van had kunnen bouwen en er een 12-cylinder Bentley van kon financieren.
En hij koesterde een wrok.
Wrok tegen een onderwijsinstelling van hoger beroepsonderwijs, die hem halverwege de studie had weggestuurd omdat hij, ‘zogenaamd’ zei hij, gewoon de studie niet aankon.
En toen bestond, alweer veertig jaar geleden, de school honderd jaar. Er was een feestcomité opgericht dat aan iedereen die ooit op de school had gezeten een oproep had gestuurd mee te denken over passende feestelijkheden.
Hij wachtte even met zijn reactie, maar toen hij zag dat er nauwelijks budget was voor het feest en ook de plannen voor de viering ietwat armzalig leken uit te vallen, sprong hij erin.
Hij zou laten zien dat hij de school niet nodig had gehad bij het bereiken van succes.
Zijn huis, voorzien van een zwembad en een café in het souterrain, werd het middelpunt van de feestelijkheden, waar allerlei hotemetoten uit de geschiedenis van de school bewonderend in rond liepen en zijn van buiten aangerukte kostelijke wijnen en gerechten eer aan deden. En de loftrompet op hem staken.
En er was ook een symposium over een moeilijk onderwerp, in een daarvoor afgehuurd chic kasteel.
Het hoogtepunt van de feestelijkheden was de presentatie van een gedenkboek. Geen losse velletjes met een nietje erdoor, maar een echt gedenkboek, een kloeke kostbaar vormgegeven brochure, met verhalen geschreven door een professionele tekstschrijver en vol foto’s – onder meer van de feestelijkheden te zijnen huize, alles uiteraard in full colour.
De tekstschrijver was ik. De schitterende foto’s werden gemaakt door de persfotograaf Paul Mellaart.
Paul overleed deze week, 78 jaar oud. Zijn overlijdensadvertentie maakte deze herinneringen in mij los.
_____