‘Dan krijgen ze maar corona of een andere smerige ziekte, als ze voor die tijd maar hier binnen zijn geweest en een flinke smak poen hebben achtergelaten, dan zijn wij al tevreden.’
Dat lijkt me een bruikbare hypothetische samenvatting van de gedachtegang van de winkeliers die tegen de regels in de deuren wijd open gooien, de rokjes en jasjes nog eens aantrekkelijk schikken en de wacht betrekken bij de kassa.
Intussen hoor ik op de radio dat de persconferenties van Rutte en De Jonge veel te saai waren en dat de meeste mensen er niets van begrepen, of gingen denken dat Soros er achter zat, of het World Economic Festival of zoiets, dat ding dat af en toe plaats grijpt in het duistere Oosten van Zwitserland, Davos of Sankt Moritz, waarvan het belangrijkste nieuws is dat er weer driehonderd privéjets landen en na een paar dagen weer opstijgen.
Op diezelfde radio wordt ijverig meegedacht en ik hoorde een mevrouw uitleggen dat de persconferenties leuker moeten, met filmpjes en tekeningen en diagrammen – alsof de gemiddelde coronalijder weet hoe je een diagram moet lezen.
Het viel me nog mee dat Albert Verlinde, die kwam uitleggen hoezeer hij en zijn musicals lijden onder de geldende regels, niet aanbeval de optredens van de regering te doen begeleiden met zang en dans; kunstartiesten uit zijn stal, dat spreekt vanzelf, een andere stal is er meen ik ook niet, qua musicals. Apropos, ik denk dat een musical over poepen en piesen een enorm succes zou kunnen hebben.
En verder moet de persconferentie natuurlijk niet rechtstreeks worden uitgezonden op tv. De naam zegt het zelf al: het is een conferentie voor de pers; de gang van zaken is normaal als volgt: de politici die de regels bekend maken doen dat zo moeilijk mogelijk, omdat dat nu eenmaal de kerncompetentie van een politicus is: wat ik zeg moet altijd met een pondje zout worden genomen, en voor meerderlei uitleg vatbaar zijn, ik mag nooit nooit zeggen, nooit ja en nooit nee. Zelfs misschien is uit den boze.
De journalisten die de persconferentie hebben bijgewoond hebben dan de taak om er het nieuws uit te destilleren en met behulp van hun eigen kennis van de achtergronden van het onderwerp, plus nog wat belletjes hier en daar, een kort en samenhangend verhaal te schrijven dat in de krant kan, op de radio en in het journaal op tv en dan komt het allemaal in orde.
Wat ik de laatste dagen merk is dat de journalisten en presentators in kranten en op radio en tv zelf ook een menig hebben over het onderwerp – dat mag natuurlijk – maar die mening ook verwerken in hun berichtgeving, hetgeen zich uit in uitdrukkelijk medelijden met de winkeliers die het uiteraard allemaal geen reet kan schelen en alleen maar één ding willen, hun core business als het ware: poen beuren en na ons de zondvloed (die ditmaal de vorm zal aannemen van een dusdanige tsunami aan omikrongevallen dat er wellicht eerder sprake is van een omegapandemie.)
Nou ja, niets menselijks is ons vreemd.
Ik zou intussen wel eens willen weten hoeveel Nederlanders, bijvoorbeeld in de wijde omtrek van Ruinerwold, nog altijd niets vernomen hebben over een allesverwoestende epidemie.
_______