Waarom kost het zoveel moeite om van die verdullemese camper af te komen? En dan bedoel ik niet dat ik hem niet verkocht krijg – ik heb er gisteren nog een serieus bod op gehad, waaraan helaas ontbrak dat het te laag was. Ik doe hem vooralsnog niet weg voor een appel en een ei.
Nee, het gaat erom dat het ons enorm aan het hart gaat om er afscheid van te nemen. En dan geldt niet voor ons – Djamila en mij – alleen, maar zelfs voor onze zeer gevoelige kleindochter Emma, die bij het nieuws dat we de camper gingen verkopen, in luidkeels snikken uitbarstte.
Maar het zal moeten.
We zijn inmiddels allebei slecht ter been – en één ding staat vast: wie op vakantie gaat met de camper moet lopen. Goed lopen. Zelfs als je zorgvuldig campings uitzoekt die in of bij een stadscentrum liggen ben je, voor je excursies of restaurantbezoek in die stad, aangewezen op openbaar vervoer of de taxi, maar het blijft in essentie toch: lopen. Dat is ook leuk, op vakantie, door steden dwalen, op goed geluk een café, een museum of een restaurant binnenlopen. Maar dat is voor ons dus niet meer zo vanzelfsprekend.
Ooit kochten wij de camper omdat je daarmee vrijwel zorgeloos kon rondtrekken. Maar tegenwoordig is wildkamperen vrijwel nergens meer toegestaan; je mag er niet meer op rekenen dat je zonder aankondiging terecht kunt op elke willekeurige camping of camperplaats – ik heb de afgelopen jaren onze reizen compleet moeten uitstippelen en de meeste pleisterplaatsen vooraf moeten reserveren, soms wel een half jaar tevoren. Anders sta je te koekeloeren naar het boordje met het woord ‘Completo’. En dat betekent dus niet dat ze van alle gemakken voorzien zijn.
Zomaar ergens binnenvallen was dus al veel minder gemakkelijk geworden; tenzij je naar een land aan de Middellandse Zee gaat in januari, zul je altijd (soms ruim) tevoren moeten reserveren. Met de of taxi kun je je dan bij de voordeur laten afzetten, met bus, tram of metro moet je maar zien dat je in de buurt van je besproken tafeltje terecht komt, zonder kilometers te hoeven lopen.
Een hotel in de stad is voor ons eerder aangewezen, en als het wat goedkoper moet, kun je feitelijk op elke camping in de wijde omgeving van je reisdoel een stacaravan huren of anders naar een of andere B&B of een hotel in een dorp. Je hebt dan immers je eigen auto bij je en dan drink je je verplichte dosis alcohol maar op het terras van je onderkomen.
Dat nog daargelaten – een camper kan knap lastig zijn. Die van ons is een redelijke middelmaat, maar past toch niet op parkeerplaatsen bij supermarkten en mag in veel binnensteden helemaal niet meer komen, wegens oude dieselmotor.
Zullen we het even hebben over de kosten van een camper? Voor die van ons betalen wij momenteel zowat 800 euro motorrijtuigenbelasting per jaar. Hij loopt 1 op 8, en diesel is in het buitenland bijna net zo duur als benzine. De verzekering en de stalling kosten samen ook tegen de 600 euro per jaar. Zelfs aan een goednieuwe camper, laat staan aan eentje van 28 jaar, heb je onderhoudskosten, die, weten wij uit ervaring, fiks in de papieren kunnen lopen. Bovengenoemde bedragen opgeteld zijn al voldoende voor een leuk verblijf in een appartement op het Italiaanse platteland van een week of twee, drie.
We moeten er, kortom, vanaf.
Maar we zijn er heel erg aan gehecht, aan dat vriendelijke monster waar we meer dan honderdduizend kilometer hebben gereden door een groot deel van Europa. En trouwens ook kennis hebben gemaakt met een keur aan wegenwachters, die ons stuk voor stuk voorbeeldig hielpen.
Maar aan alles komt een eind.
Hij stond deze winter al te koop, we hadden onze eigen spullen er al helemaal uitgehaald.
Maar Djamila zegt: we kunnen er toch wel kortere ritjes in Nederland, België en Duitsland mee maken, tot dat er een koper komt?
Ja, dat is een ideetje. Ik herinner me alleen dat we drie jaar geleden al precies hetzelfde idee hadden, met als gevolg dat hij nog steeds braaf op de oprit staat.
We hebben er gisteren, met het oog op de accu, nog een ritje mee gemaakt.
‘Wat rijdt-ie lekker hè?’
________
Laatste reacties