Met vulkanen heb ik altijd pech. Ik heb er meerdere van dichtbij gezien, maar meer dan een vluchtig pluimpje rook is nooit mijn deel geworden. De enige vulkaan die ik echt geroken heb – de kenmerkende gore zwavellucht – was de Tangkuban Perahu bij Bandoeng op Java, ik heb zelfs in de krater gekeken. Ik lees op Wikipedia dat hij in 1983 en 2019 uitgebarsten is, veel kan het niet geweest zijn want we hebben er, meen ik, nauwelijks iets over vernomen. Maar ja, dat bezoek van mij was in februari 1978 en toen was er alleen die stank en de hoge hakjes van Franse toeristen die er tegelijk met ons waren en een minuut lang in het groene water in de krater schouwden.
Op Java heb je een kleine dertig werkende vulkanen, waardoor het land zo vruchtbaar is, naar verluidt, en waardoor er ook veel te veel mensen wonen; hoe langer zo’n vulkaan zich koest houdt, hoe meer mensen op de hellingen gaan wonen – en dat komt ze op een gegeven moment toch duur te staan.
Dertig vulkanen dus en als je bijvoorbeeld de trein neemt van Soerakarta naar Soerabaja en je let af en toe niet op, dan krijg je de indruk dat je de hele tijd rondjes rijdt om die ene vulkaan aan de horizon – maar het zijn er dus zeven of acht op die kleine 300 kilometer, kegelvormige bergen die door hun aard als druppels water op elkaar lijken.
Ik kan jullie verder kamer 17 aanbevelen in het YMCA Hotel in het stadje Malang op Oost-Java. Dat is een kamer op het Oosten, met een groot, zeer ruim overdekt balkon dat uitzicht biedt op een reusachtige moskee waar ’s morgens vroeg al zeer luidruchtige activiteit te ontwaren valt; en daar achter, het lijkt op een paar honderd meter afstand, maar het in werkelijkheid hemelsbreed veertig kilometer – de vulkaan die tegenwoordig Semeru heet, maar die vroeger, toen vulkanen nog hun plaats kenden, gewoon Smeroe werd genoemd en zo ook werd en wordt uitgesproken. De Smeroe gaf ons ontbijt (uiteraard nasi rames met Javaanse thee) op het balkon een exotisch tintje, maar uitbarsten, ho maar. Terwijl hij toch sinds 1967 actief is en eergisteren weer eens flink van zich liet horen.
Wij gingen na het ontbijt naar Toko Oen, schuin tegenover het hotel, waar de oude genever nog in kleine kelkjes boordevol werd geschonken, met een kopje erop. (Zie verder onder: oppervlaktespanning.) Zie ook het menu: bijvoorbeeld ‘De uit Grootmoederstijd Alom Bekende Ijs Cream „OEN” (Zuiver En Alleen Uit Natur Producten)’.
Je kunt het ook thuis zoeken, natuurlijk. Nou ja, thuis: vanuit huis per automobiel bereikbaar. Ik noem de Etna, waar ik, in vrolijk gezelschap, de camper omhoog stuurde op gloednieuwe asfaltwegen die inderhaast door vers opgebraakte lava waren gehakt en waar we links en rechts boerenhuizen zagen die tot het dak onder de lava waren verdwenen. Hert was april, dus er lag boven nog dik sneeuw.
Ook daar: een rookpluimpje en een groot plein met souvenirwinkeltjes.
Dan maar de Vesuvius. Wat dacht je? Rookpluimpje. Van Sorrento gingen we met de trein naar Napels, een spoorlijntje van niks genaamd Circumvesuviana waar de trein op 33 stations stopt – de meeste voornamelijk om je te laten genieten van de zwarte berg waar je dus wel min of meer omheen rijdt. Nou ja, er is af en toe ook een wijngaardje. Alles gaat dezer dagen met een knal die in heel Europa te horen zal zijn de lucht in, zeggen de vulkanologen, maar ja: neem die met een korreltje zwavel, de schattige romantici die zij doorgaans zijn.
En die natuurlijk ook wel eens wat anders willen dan dat halfzachte onderaardse gerommel en een beetje zwavellucht.
Ik troost me dezer dagen met de dagelijkse video’s van drones die rondvliegen bij de woeste vulkaan van La Palma, een van de Canarische eilanden. Elke dag verdampt er wel in luttele minuten een riant openluchtzwembad, een mooi gezicht.
Voor een rit over pas (nog warm en stomend) opgestoten lava moet je aan de Oostkant van het eiland Lanzarote zijn, je gaat er met een bus doorheen, lopen kun je er niet of nauwelijks wegens de nog altijd onder de oppervlakte wijlende vulkanische hitte.
Want ja, de wereld is en blijft een gevaarlijke plek, dat moge veilig de conclusie zijn.
PS: En dan zou ik de leukste nog vergeten: ik vloog een keer met Mexicana van Puerto Vallarta naar Mexico City, vlak langs de Popocatépetl. En wat dacht je? Juist. Maar de naam van die vulkaan betekent dan ook in het Nahuatl ‘Rokende Berg’.
_________