Heel lang was het mijn gewoonte om een beetje neer te kijken op lui die kruiswoordpuzzels oplossen. Ik wilde wel een uitzondering maken voor de puzzel in de krant die het uitgevonden heeft, de Londense Times, maar online invullen lukt mij niet en de krant kopen, nou ja, vergeet het maar.
In het kader van ‘redden wat er nog te redden valt’ van mijn ooit formidabele geheugen en bijpassende intelligentie, en misschien ook wel door corona (toch leuk om iets te hebben dat je letterlijk overal de schuld van kunt geven) wendde ik mij tot de VPRO Gids, toch daadwerkelijk een sjiek orgaan, waarvan ik trouwens al een jaar of zestig lid ben, en waarvan de wekelijkse kruiswoordpuzzel niet alleen deels over actuele zaken gaat, maar ook een apart aspect heeft: drie of vier plaatjes waar je een naam bij moet bedenken. Piepklein zijn ze, hele jonge foto’s van inmiddels heel oude artiesten, kunstwerken die je niet of heel vagelijk bekend voorkomen.
Ik merkte dat ik er op dinsdagmiddag voor ging zitten, in afwachting van de postbode en de gids.
Toen ontdekte ik ook de wekelijkse puzzel van de Volkskrant op zaterdag, ook vaak over actualiteit.
Wat ik ook ontdekte: als je een bepaald antwoord maar niet kunt bedenken en dan de letterlijke vraag intikt op Google, dan stuurt die je rechtstreeks naar een of ander online puzzelwoordenboek – er zijn er meerdere – waarin puzzelaars vóór jou dezelfde vraag hebben gesteld en doorgaans een kloppend antwoord hebben gekregen.
Dat is uiteraard een drastische vorm van steggelen (zeggen ze in Nijmegen) en van foetelen (zeggen ze in Zuid-Limburg) maar ja, die puzzel moet toch ingevuld worden. (in Zuid-Limburg zeggen ze ‘uitgevuld’). Ik probeer, met de hand op het hart en met een beroep op mijn ooit op 148 vastgesteld IQ (maar ja, toen ik was ik nog jong en mooi) het in principe zonder deze ‘hulp’ te doen. Maar men kan ook te veel vragen van een mens.
En toen kwam er een (naar ik meen tijdelijk) abonnement op het papieren dagblad De Limburger, dat werkelijk grossiert in puzzels. Elke dag staat er wel een Zweedse puzzel, of een Filippine in. Met name de Zweedse puzzels zijn voor een geroutineerde puzzelaar kinderspel (in bijna elke aflevering staat wel de vraag: lofzang, en het antwoord is uiteraard: ode). De enige complicatie wordt gevormd door het feit dat de krant de puzzels kennelijk afneemt van een Belgische firma zodat je ineens geconfronteerd wordt met de vraag ‘stad in Wallonië’, of met een vraag naar de afkorting van de naam van een Belgische instelling of ministerie.
Op dinsdag is het in die krant helemaal feest want dan is het de beurt aan het puzzelkatern. Alles bij elkaar ben ik op dinsdag niet of nauwelijks te consulteren: ik puzzel.
De oplettende lezer heeft nu al gezien: hij noemt de cryptogrammen, de doorlopers en de sudoku’s niet. Goed gezien, van sudoku begrijp ik niets – onder het motto: ik ben geen goeie rekenaar, mijn richting is taal. Cryptogrammen zijn mij doorgaans te cryptisch en doorlopers, eh, ja die lopen door. ‘Doorlopen, niets te zien hier.’
Diezelfde oplettende lezer zal nu zeggen: daar ben je dus te dom voor. Kan goed zijn hoor.
Dat besef overviel mij al helemaal toen ik vrijdag voor de eerste keer van mijn leven geconfronteerd werd met kerstpuzzels.
In de NRC (ook een tijdelijk abonnement) was de puzzel een econogram, het zal ook eens niet – twee pagina’s met soms wel erg cryptische vragen van neoliberale aard; en neem van mij aan: een puzzel van een hele krantenpagina invullen komt voor mij neer op vrijwel hopeloos met een bot schaartje een voetbalveld maaien.
In De Limburger gisteren zo’n kerstpuzzel die ik niet wens te begrijpen, zo een waarbij je eerst een heleboel rebusjes moet invullen alvorens aan het puzzelen te beginnen. De samensteller ervan schijnt iemand met een academische opleiding te zijn. Ik kan wel zeggen dat ik er geen tijd voor heb, maar de werkelijkheid is: ik ben onvoldoende vindingrijk en mijn geheugen is ook niet meer wat het geweest is.
En de Volkskrant? Die was genadig, daar was de kerstpuzzel maar een halve pagina. Ook te veel voor mij en voor mijn telefoon die maar een beperkte lading heeft, daar niet van. Gelukkig werd ik een pagina verderop getroost door het opduiken van de wekelijkse actuele puzzel, waarvoor je een heel eind komt als je de actualiteit een beetje bijhoudt.
En anders kan ik altijd nog terugvallen op het aanwijzen van nog grotere stommeriken dan ik.
Zoals de twee in de kerstuitvoering van De Slimste Mens, voor wie de naam Omtzigt niets bleek te zeggen, en voor wie ook The Beatles grote onbekenden waren.
En een van die twee ging nog meer naar de volgende ronde ook…
________