Geïnspireerd door de behartigenswaardige opmerkingen over honden die bijten, die Maarten van Rossem maandagavond maakte in zijn functie van jurylid van De Slimste Mens, vandaag maar eens een kort college over de relatie ‘mens en dier.’
Ten eerste: huisdieren bestaan niet, net zo min als kamerplanten – de consequenties van deze constatering gelieve men zelf te trekken.
Dieren die in de buitenlucht geen kans zien zichzelf in leven te houden moeten beschouwd worden als tragische wezens die slachtoffer zijn van het ingrijpen van de mens in hun leven. Nog erger zijn de dieren die ook binnenshuis nauwelijks overeind blijven door dezelfde oorzaak – ik doel hier met name op alle vormen van bulldogs.
Deze laatste betreurenswaardige wezens zijn zo doorgefokt dat ze met hun ongetwijfeld als ‘schattig’ gekwalificeerde ruïnes van gezichtjes enorme moeite hebben met normaal ademhalen. Ik begrijp dat hoe meer ze met dat gezichtje kwijlen, hoe schattiger ze zijn.
Andere mens-dier-relaties komen straks aan de beurt, ik moet nog even door met honden. Dat kwijlen is vies, het kan er eventueel nog wel mee door. Maar mensen die hun honden kussen en zich in hun gezicht laten likken houden er blijkbaar geen rekening mee dat honden op straat aan elkaars anus en andere geslachtsdelen plegen te likken en hun uitwerpselen eten. Tevens moet ik verwerpen, het is erg dat ik moet zeggen – dat honden bij hun ‘baasje’ onder de dekens plegen te slapen. Die mensen worden verzocht zich zeer zéér verre van mij te houden.
Over vormgeving gesproken: hoe komt het dat een hond, die wel goed ruikt maar slecht ziet, altijd ziet of een ander wezen op straat ook een hond is, hoe gruwelijk ook verminkt door duizenden jaren fokken – ik noem een chihuahua?
Goed. Neemt u maar even een slokje water.
De kat dan. De boeren en het wegverkeer en de inmiddels in de Nederlandse natuur teruggekeerde roofvogels hebben veel succes bij het uitroeien van een grote verscheidenheid aan vogelen van bosch en veldt. Maar Poespoespoes levert in deze strijd ook een ingrijpende bijdrage, zodat menig goedbedoelend mensch elke lente- en zomerochtend het gekwinkeleer des vogels moet ontberen. (Het gekwinkeleer ontbeert op zich weer de schattigheid van al het gevogelte klein en groot – het zijn agressieve strijdzangen die indringers van de eigen soort van de eigen vrouwtjes moeten afhouden.)
Resteren nog veel raadsels die om oplossing schreeuwen..
Waarom vinden wij vogels in de tuin schattig en muizen niet?
Waarom vinden wij de eekhoorns, die de laatste jaren op grote schaal onze vinexwijken zijn binnengedrongen, veel schattiger dan ratten, die er tenslotte het eerste waren? Over het verspreiden van ziektes kan het niet gaan, die krijgen we toch al van honden, katten en papegaaien. Of zijn het de iets grotere ogen en schattige pluimstaart van eekhoorns? (Waarom eten mensen garnalen en geen pissebedden, toch nauw aan elkaar verwant?)
Hoe zijn mensen op het idee gekomen leeuwen, tijgers, boa constrictors en schorpioenen te houden, in hun tweekamerflat op de achtste verdieping? Algemeen wordt gedacht dat het daarbij gaat om symbolische verlenging van het mannelijk geslachtsdeel, maar is het echt zo simpel?
Zo, daar heb ik jullie toch aan het denken gezet. Of, waarschijnlijker nog, tegen mij in het harnas gejaagd.
Waarna ik nog even wil wijzen op een prachtig boek dat mij in het kader van het Kerstfeest deelachtig werd.
Boeken kunnen veel invloed hebben, maar ze stinken, bijten en poepen niet, dat is een groot voordeel. Ook als ze vol staan met dieren die de rechtgeaarde fokker doen watertanden. Ik noem de foedraalgiraffe, de toekantweelingkrab, de koraalpanter, de gelaagde bloemkraaggaai, de honingbekstiefelaar, de vlindermees en de geweldigste van allemaal, de konijguïn. Ze hebben één ding gemeen: ze zijn allemaal lid van de Partij voor de Dieren.
En ze zijn volstrekt ongevaarlijk, en hun allervoornaamste voordeel is dat ze niet bestaan. Of hoogstens leven in een nietbestaand land, Terra Ultima. Het boek van die naam van Raoul Deleo zal ik het hier dezer dagen uitvoeriger bespreken.
Kukeleku!
_______