Door Guido t’Sas
Nee, vroeger was niet alles beter, schreef ik onlangs, in een poging als ouwe man (87) te laten weten dat ik de veranderingen wel aan kan en met mijn tijd meega. Maar laat zich nou de laatste tijd van alles voordoen, dat oproept tot nuancering van deze filosofie van de kouwe grond, immers...
Toen zakten er ondanks nieuwe technieken en 'scherpe controles' nog geen parkeergarages, flats en voetbaltribunes in elkaar.
Toen hadden we een eigen postkantoor, waar Harrie je met een brede lach begroette en op het formulier schreef 'mij bekend' in plaats van om een identiteitsbewijs te vragen.
Toen waren de banken blij met het - onvermijdelijk - openen van een rekening, zonder je met 'kosten' op te zadelen.
Toen kreeg de kleine spaarder nog wat rente.
Toen reden de treinen op tijd, mits ze reden, maar dat deden ze altijd.
Toen wapperden de vakbonden nog niet met het verschijnsel 'werkdruk' als ze de ziekte van medewerkers wilden verklaren.
Toen werd je niet gedwongen, een smartphone aan te schaffen en apps te installeren, voor contact met overheid en andere instanties.
Toen was de tekst 'ik zal handhaven' in het rijkswapen geen dode letter, al staat er nog steeds letterlijk je maintiendrai.
Toen waren kranten voor iedereen leesbaar en sprekers op radio en tv verstaanbaar.
Toen was de vrijheid van meningsuiting geen voer voor roeptoeters, maar werd ze gewoon 'fatsoenlijk' toegepast.
Toen hadden we binnen luttele weken een missionaire regering.
Toen leerden kinderen op school foutloos rekenen, lezen en schijven.
Toch wel 'n beetje beter. Ja maar, dat was toen. Snap ik.