Net op het moment dat ik voldoende moed en materiaal heb verzameld om in een magistrale column voor de komende decennia een geniepige combinatie van het omikron-armageddon en de grote kladderadatsj uit te roepen (en dan nog veel en veel erger) stuit ik op een volstrekt onopgelost probleem: wat wil ik voor Sinterklaas?
Niet dat we er hier thuis iets aan doen, alleen de kleinkinderen krijgen wat omdat die heel geraffineerd wel en niet geloven aan de goedheiligman, mede omdat ze ook wel weten dat Sinterklaas een vieze ouwe man is die zijn poten niet kan thuishouden. (Ik zou wel een modern kind willen zijn. Volstrekt illusieloos en toch vrolijk.)
Ik ben zelf op de leeftijd van Sinterklaas aangeland en het grote voordeel van die leeftijd is: ik hoef me nergens meer illusies over te maken, het risico dat ik halverwege het project of, nog erger, een dag na de oplevering, de pijp des levens aan iemand anders moet overhandigen, met andere woorden: op die ochtend wakker word en tot de conclusie moet komen dat ik dood ben.
Het enige waarover ik soms, heel kort even, nog druk om maak is dat de redevoeringen aan mijn geopende groeve al net zo mis zullen zijn als de verkeerde cadeautjes die ik mijn hele leven heb mogen ontvangen.
Het ergste cadeau ontving ik een jaar of 75 geleden – ik schrik er nog geregeld van wakker – was een zaag. Ik wilde gewoon hout zagen, ik had dat vermoedelijk ergens gezien, de hongerwinter was net achter de rug en veel bomen hadden via de handzaag de weg naar het fornuis gevonden, en ik wilde dat ook, zage, zage, wiedewiedewagen, Jan kwam thuis om een boterham te vragen.
Ik was er die keer al vroeg bij, keek over de trapleuning naar rechts waar ik de met cadeaus bedekte eettafel in de woonkamer kon zien staan en wist meteen dat het een zware dag voor me zou worden; het was geen echte zaag geworden, maar een waardeloos blikken gevalletje waar kinderen van drie geen kwaad mee konden, ik was daarentegen acht jaar en al jaren de eerste van de klas.
Bij de eerste poging om te zagen sloeg het zaagblad dubbel en bij het terugvouwen brak het af.
Het kostte me veel moeite maar ik kon ondanks die ramspoed nog blijmoedig roepen dat het precies het zaagje was waar ik naar verlangd had, ik moest alleen leren er een beetje voorzichtiger mee om te gaan, en daar ging ik mijn stinkende best op doen.
Sindsdien koop ik uitsluitend zagen van het beste staal van de beste Zweedse merken. Ik koop ook zelf mijn eigen sokken, onderbroeken en overige kledij en ook fietsen, brommers, typemachines, auto’s, hakselaars, camera’s. (Ook vaak miskleunen, maar dat is een ander verhaal.)
Alleen de geschenken die een lange adem hebben – huizen, bijvoorbeeld) die heb ik uit mijn hoofd gezet. Ik zou nog altijd het perfecte onderdak kunnen aanschaffen of, liever nog, zelf bouwen. maar de angst dat ik er zelf geen seconde van zou kunnen genieten, gezien mijn leeftijd, weerhoudt me ervan.
Ook al omdat ik mijn erfgenamen niet met al die rare fratsen van mij, door mijzelf gemaakt of aangeschaft, wil belasten.
Wat doen we trouwens met Kerstmis?
________
Laatste reacties