Misschien is Ulysses van James Joyce inmiddels wel een genre op zich geworden – een etmaal in het leven van één hoofdpersoon, al is dat natuurlijk een behoorlijke kale omschrijving – maar hoe dan ook: om vast te stellen of dat werkelijk zo is heb ik gewoon te weinig gelezen. De omschrijving die ik daarnet gaf kan trouwens slaan op enkele recente uitgaven als Kwaadschiks van A,F.Th. van der Heijden en op Ik ben er niet van Lize Spit.
Maar als, dan voldoet Love, het nieuwste boek van de Ierse schrijver Roddy Doyle, in ieder geval aan dat criterium (al is het etmaal gekrompen tot tien uren) en het voldoet aan nog een aantal aspecten van Ulysses meer: het speelt zich af in Dublin en het behelst een relaas van een kroegentocht door twee echte Dubliners, Joe en David, die in die tien uur meerdere keren dronken en weer nuchter worden, zoals het hoort. En in een fenomenale dialoog hun niet altijd even florissant verlopen huwelijks- en liefdesleven bespreken. En over hun filosofische kijk op leven en dood, want is dat is in Ierse setting ook essentieel.
Maar dan wel met alle hindernissen van dien; want echte kerels, en al helemaal echte Dubliners, spreken niet dan na de grootst mogelijke aarzeling en voldoende pinten Guinness, over hun gevoelens, en ze moeten dan nog voortdurend om allerhande taboes heen manoeuvreren.
Maar als je een boek wilt lezen dat vrijwel geheel bestaat uit dialoog van een superieure kwaliteit, dan moet je hier zijn. Want Doyle, dat wisten we al langer, beheerst de kunst van een dialoog schrijven tot in perfectie. Waarbij al even volmaakt de sfeer wordt getekend van Dublin, zijn straatbeeld en zijn kroegen, waar je bewusteloos zuipen aan alcoholhoudend dropwater tot de goede zeden behoort en waar een Engels wordt gesproken dat er niet om liegt, het Engels zoals dat in Ierland, of minstens in Dublin, wordt gesproken. Probeer zelf woorden te vinden als eejit, shite en vooral gobshite. Op internet zijn interessante verhandelingen over die woorden te vinden. Denk verder aan Jaysis.
Dave woont al vele jaren in Engeland, maar is een paar maanden in Dublin om voor zijn stervende vader te zorgen. Joe woont in Dublin. Ze zijn vrienden sinds de lagere school en sinds Dave in Engeland woont en werkt ontmoeten ze elkaar enkele malen per jaar voor een ruïneuze kroegentocht zoals deze.
Joe, inmiddels einde vijftig, trekt eindelijk de stoute schoenen aan en vertelt hoe hij zijn vrouw Trish en zijn kinderen verlaten heeft na de ontmoeting met Jessica, een vrouw ‘van vroeger’ die hij 37 jaar niet heeft gezien maar tijdens de ouderavond op school bijna letterlijk tegen het lijf loopt. Het is op haar initiatief dat ze een relatie beginnen. Zij relaas bestaat uit lyrische liefdesverklaringen aan Jessica, maar ook aan zijn (nog altijd) echtgenote Trish. En uiteraard zijn schuldgevoelens over een en ander. Dat is aanleiding voor Dave om ook details over zijn relatie met Faye los te laten – en intussen worden ze straalbezopen, raken ze de draad kwijt, krijgen daar ruzie over, vertrekken naar de volgende kroeg, worden herhaaldelijk door de barman tot de orde geroepen met een simpel ‘Lads!’
En belanden uiteindelijk, vroeg in ochtend van de volgende dag, nog net op tijd, aan het sterfbed van Daves vader.
Voor ik Love las nam ik twee kleinere boekjes door van de hand van Doyle, allebei compilaties van columns die hij schreef voor diverse Ierse kranten. Met name Two for the Road is een interessante inleiding tot Love – twee Dubliners nemen in de kroeg het nieuws door, met name waar het de dood van bekende popsterren betreft.
Roddy Doyle is vooral bekend van zijn verfilmde boeken als The Van, The Snapper en The Woman Who Walked into Doors. Hij kreeg, alweer bijna dertig jaar geleden, de Booker Prize voor Paddy Clarke Hahaha. Zijn beste boek vind ik A Star Called Henry, een in geheel andere stijl geschreven biografie van een Ierse vrijheidsstrijder, het is tevens het eerste deel van een trilogie over Henry, diens emigratie naar de VS en zijn terugkeer naar Ierland als schoolconciërge.
Doyle is een vruchtbare auteur. Die daarvoor bijvoorbeeld het aantal Nederlandstalige uitgaven van zijn werk. Love is, voor zover mij bekend, nog niet in het Nederlands verkrijgbaar (en het lijkt mij een hels karwei er een geloofwaardige vertaling van te maken.)