Al jaren roep ik het, ben ik ervan overtuigd, gaat het zelfs een beetje een geloofspunt te worden: geen enkele ondernemer is te vertrouwen.
Om dat ik toch wel van de nuance ben, eerst een paar ondernemers die ik wél vertrouw. Daar is de schilder uit Aken die weliswaar niet goedkoop is, maar zich strikt houdt aan de regels – in Duitsland bestaat er bijvoorbeeld een regel voor het uurloon van een Mahlermeister. Hij heeft laatst vier weken aan ons houtwerk gewerkt, elke dag liet hij een A4-tje achter met daarop het aantal gewerkte uren en de gebruikte materialen. Hij gebruikt exact de afgesproken materialen, dus niet stiekem de rotzooi uit de bouwmarkt. Hij stuurt uiteindelijk een dik papier waarop alles, tot laatste schuurpapiertje, gespecificeerd is. En daaronder dan een beetje helaas: het eindbedrag van 5000 euro.
Daar is ‘de worstenman’, die geregeld naar het geboortedorp van mijn vader in Italië rijdt en daar de salami inkoopt zoals ik die wel hebben. Hij gaat dus niet stiekem naar een goedkoop slagertje, maar naar een worstfabriek die een niet goedkoop maar wel superieur product verkoopt.
Ik zou er nog wel een paar kunnen noemen.
Maar ik wil iets anders doen.
Eerst de beun die door de buurtbewoners hier werd aangeprezen als een prima vakman. Hij had tijd, al duurde het lang voor hij een offerte stuurde. De afspraak dat hij een bepaalde kwaliteit watervast verlijmd plaatmateriaal zou gebruiken ter vervanging van een stuk boeiboord aan mijn huis – dat bestaat, met garantie van 25 jaar. Maar hij bleek inferieur spul te hebben gekocht, dat al na twee dagen en een regenbui begon te bladderen. De Akense schilder weigerde aanvankelijk dat materiaal te schilderen, maar deed het na enige aandrang toch ‘zonder garantie’. Gelijk heeft hij. De beun gaf uiteraard ‘niet thuis’.
Voor ik met die beun in zee ging had ik voor hetzelfde karwei een groot timmerbedrijf aangetast. Realisering zou weliswaar eind van het jaar worden, maar hij zou zeker dat geweldige materiaal gebruiken. Offerte kwam er aan. De offerte kwam nooit, waarom niet – geen idee. Misschien was het karweitje te min voor dat grote bedrijf.
De marktkoopman bij wie ik vaste klant was. Wás, zei ik. Ik wees, lopend langs zijn kraam, de artikelen aan die ik wilde hebben, kilootje hier, kilootje daar en aan het eind was het, wonder boven wonder, altijd een rond bedrag, bijvoorbeeld 50 euro. Raar, toch? En vooral als thuis bleek, hetgeen vaak gebeurde, dat de asperges rot waren, of de bananen krom.
Exact datzelfde bij de garage. Ongespecificeerd handgeschreven bonnetje, met een krabbeltje en weer dat ronde bedrag. 300 euro, bijvoorbeeld. En dat iedere keer.
We hebben een lange geschiedenis met ondernemers die beloven langs te komen en dat nooit doen. Zelfs niet als het karwei – loodgieten, ramen wassen, tuinwerk doen – gedetailleerd was afgesproken.
En dan nog altijd die lui die uitsluitend contante betaling eisen, en dus wel btw rekenen die ze vervolgens gaan ontduiken.
Alvorens over te gaan tot het grote werk eerst de bekendste truc, die vrijwel alle middenstanders gebruiken: de 99-cent prijs. Iets dat 3 euro kost staat geprijsd als 2.99 euro. Ik ken mensen die daar steevast intrappen. ‘Zie je dat? Die kersen kosten maar 2 euro per pond!’ Ik zag laatst zelfs een bankstel als volgt aangeprezen: 1785.99 euro.
We kennen allemaal de verhalen over kledingzaken die de prijzen eerst verhogen en daar vervolgens 10 procent korting op geven. Dat is ook de wereld waarin gezegd wordt: ‘normaal’ 25 euro, alleen vandaag 22.50’. Wat is eigenlijk normaal in dit geval? En waarom alleen vandaag?
Moet ik het hebben over de hele cosmetica-industrie en –handel, met zijn fantasieprijzen, zijn nepproducten en zijn gelogen claims?
Of kan ik maar beter doorgaan naar het grote werk, de ondernemers die beloven hun uitstoot van vuiligheid te zullen verminderen en dat vervolgens gewoon niet doen? De ondernemers die op het punt staan uit winstbejag het wereldklimaat naar de ratsmodee te helpen?
‘Jullie willen toch allemaal die producten die de wereldzeeën en de lucht vervuilen, jullie willen toch twee keer per jaar naar Thailand vliegen?’
Om te beginnen zijn veel nutteloze producten en diensten bedacht door een gehaaide ondernemer, waarna de zielige consument ze, na een misleidende reclamecampagne, gaat aanschaffen.
Er is één leuk aspect aan deze hele geschiedenis, dat ons overigens niet veel verder helpt. Ik doel op het antwoord op die zogenaamde vraag waaraan de ondernemer maar al te graag aan voldoet zou moeten zijn: nee, jammer, dat product vervuilt de lucht te erg en u krijgt er alleen maar rimpels van, dus maken we het niet meer.
Maar het antwoord is meestal: allemaal goed en wel, maar als ik het niet maak en verkoop, doet een ander het wel.
Die neiging om de soortgenoten kapot te concurreren, daar kan ik me dan weer wel over verkneukelen.
______