Op Twitter tikte ik een dingetje dat ik zelf wel leuk gevonden vond: ‘Je suis Pierre Pourlavue’.
Maar dat was alleen voor de grap, natuurlijk, want hoewel Pieter Omtzigt natuurlijk als lid van de volksvertegenwoordiging vier van de vijf sterren verdient, plakt er toch een vlekje aan hem: hij is en blijft van het CDA. En bij het CDA hebben ze wat mij betreft een lange reeks van problemen, waarvan ik de allerbelangrijkste zal noemen: ze geloven er in God, in wiens naam al honderdduizenden jaren lang gemoord, verkracht en gebrandschat is. En in wiens naam nu ons kleine stukje aarde nog verder naar de kloten mag worden geholpen want: boeren.
En de grootste fout van Omtzigt: die heeft het CDA aan vijf zetels geholpen – zonder hem was het CDA een van de menigte kleine, machteloze partijtjes in de nieuwe Tweede Kamer geworden.
De leden en Kamerleden van het CDA aarzelen ook al niet elkaar de nek af te snijden. Kamerlid voor het CDA zijn is dus een eenvoudig vak: je stemt ja als de baas het zegt, en je zegt nee, ook als de baas het zegt. Want de baas heeft het allemaal keurig met God overlegd, dus die heeft altijd gelijk. Zelfs als hij Luns, De Jong, Van Agt, Balkenende of Hoekstra zou hebben geheten.
Daarna is de Nederlandse politieke kous niet af. Hoewel Mark Rutte soms wel eens iets vrooms heeft, laat hij gaarne God aan de gristenen over. Nee, Rutte heeft bereikt wat niemand bereikte sinds Thorbecke Nederland een pril begin van democratie schonk: dat Nederland een schijndemocratie is geworden – de truc is dat je, glibberig als een paling in een emmer snot, ervoor zorgt dat niemand dat in de gaten heeft. Je houdt gewoon op elke daarvoor vaste datum verkiezingen, in de wetenschap dat jouw partij zal winnen, noem het het Erdogan-effect. Veel kiezers voelen namelijk aan dat de VVD van het ongenoemde racisme is en van het ongenoemde dédain voor gewone mensen die, in de visie van de VVD, voor armoede en/of ziekte hebben gekozen, de partij van de mensen die het gemaakt hebben in de wereld van het gratis geld en de vrije markt, of van plan zijn het daar te maken.
Kleine probleempjes worden weggestreken met ‘dat voel ik tot in mijn diepste vezels’, of ‘het is nu te laat om daarover nou weer eens te beginnen. Laten we vooruitkijken.’
Voeg daaraan toe dat de linkse partijen onvoldoende hebben willen of weten door te dringen tot de mensen die zouden kunnen profiteren van een rechtvaardige maatschappij, en daar zie je de democratie door de zijdeur vertrekken.
Vaarwel, tot betere tijden.
_______