Als je het goed bekijkt hebben we het toch maar getroffen met de mensheid. Elke dag weer kranten vol met leukigheid. Het is met de kranten als met Nijmegen: waar je ook een schop in de grond steekt, daar komt een interessante archeologische vondst naar boven. Is het niet een beeldje van de godin Minerva, dan is het wel een opgedroogde keutel die kan worden teruggevoerd op een Romeinse centurion die door de Ooypolder oprukte naar het Valkhof.
Ik heb dezer dagen schuddebuikend op de grond gelegen (natuurlijk wel eerst een lekker warm dekentje neergelegd) bij de gedachte dat in Nederland ergens in 1941 de mensen riepen: we zijn nu helemaal klaar met de Tweede Wereldoorlog, we willen gewoon weer terug naar het oude normaal!
Ja, die opstand was er wel, dat was de staking van februari van dat jaar en de enige overeenkomst is dat de opstand tegen de coronabeperkingen ook een aantal mensen het leven zal kosten, zoals de Februaristaking van tachtig jaar geleden ook deed. Toen was de kreet ‘Blijf met je rotpoten van onze rotjoden af’, nu luidt het ‘We willen de terrassen open’. Het blijft toch beide een opstand tegen het feitelijke gezag.
Daarna werd het in 1941 flink minder met het verzet, maar Rutte heeft geen Grüne Polizei, dus dan is het verzet aanzienlijk gemakkelijker dan tachtig jaar geleden.
En ik ben dan ook benieuwd wat er gaat gebeuren.
De terrassen gaan open. Ramt de ME de bezoekers in elkaar zodat die beseffen: dit hadden we beter niet kunnen doen? Of gaan de BOA’s uit solidariteit zelf zitten en bestellen een halve liter?
Dat probleem hadden ze dan weer niet, in februari 1941. Het had op 26 februari 4 graden gevroren, overdag kwam de temperatuur op 1 graad boven nul – dat lijkt me al geen goed idee voor een halve liter kouwe pils, maar bovendien: het was tachtig jaar geleden oorlog, Feind hört mit en was trigger happy en ik meen te weten dat er van ‘terrasjescultuur’ absoluut geen sprake was. In de kroeg kwamen trouwens alleen de echte alcoholisten en toen was daar natuurlijk ook alle aanleiding voor. Kortom: buiten zuipen deed je toen ook al niet als demonstratie en helemaal niet voor je lol.
En dan had ik nog even van leer willen trekken tegen mevrouw Janice Deul, die een paginagroot podium kreeg in de Volkskrant van heden om uit de doeken te doen hoe je racisme, zoals bedreven door de blanke bevolking van Nederland pareert, door er een schepje zwart racisme tegen blanken tegenover te stellen. Het ging mevrouw Deul om het feit dat de Nederlandse (voor de zekerheid: blanke) Nederlandse schrijfster Marieke Lucas Rijneveld – onlangs beroemd geworden doordat ze de Britse Man Bookerprijs voor beste buitenlandse boek had gewonnen – de opdracht had gekregen om een dichtbundel van de Amerikaanse (voor de zekerheid: zwarte) Amerikaanse dichteres Amanda Gorman – beroemd geworden door haar rol tijdens de inauguratie van president Biden én om haar kanariegele jas – te vertalen in het Nederlands. Mevrouw Deul moet die vrijheid hebben natuurlijk. Maar ze hanteerde het verkeerde argument. Ze vond het niet omdat ze Rijneveld tot een dergelijk karwei niet competent achtte en ook niet omdat Rijneveld zichzelf man noch vrouw vindt maar mens – op zich wel een apart standpunt – maar omdat ze blank is.
Volgens Deul kan een blanke niet de cultuur waaruit de zwarte Amerikaanse dichteres is voortgekomen begrijpen en dus die gedichten nooit goed vertalen. Zij weet er wel een paar die dat wel zouden kunnen, allemaal ‘mensen van kleur’ zoals dat tegenwoordig heet, en geheel onbeschaamd noemt ze er een stel, die toevallig allemaal tot haar eigen netwerk horen. Vooral in Nederland, waar Deul zelf ook opgroeide. Deul doet zelf iets in de mode (die gele jas) en met influencing, en hoort nadrukkelijk tot dit soort moderne de Nederlandse cultuur; dan heb je bij mij je beurt al voorbij laten gaan, maar dit terzijde.
Nou ja, inmiddels heeft Rijneveld zich al teruggetrokken wegens deze racistische polemiek omtrent dit klusje dat ze voor Meulenhoff zou klaren. Zou ik ook doen.
Maar met die Deul moeten we intussen wel oppassen. Haar kennelijke stelregel: ‘racisme is prima, mits gericht tegen blanken’ stuit althans bij mij op enige weerstand.
_____