Het is vandaag voorleesweek, of zoiets. Vanmorgen las ik, uiteraard in een Teams-sessie, het volgende voor aan een stuk of 150 kinderen van tussen de 29 en 78 jaar:
‘Er was eens een politicus, we noemen hem R., die voor de rechter stond omdat hij ervan verdacht werd zijn vrouw vermoord te hebben. Er was alle noodzakelijk bewijs, de politicus had geen alibi en er waren dertigduizend getuigen die het hem hadden zien doen.
‘Meneer R.,’ zei de rechter, ‘alvorens ik vonnis zal wijzen wil ik van u weten: bent u er verantwoordelijk voor dat uw echtgenote door geweld om het leven is gekomen?’
‘Nee, edelachtbare.’
‘Maar er is volop bewijs, u hebt geen alibi, er zijn eenduidige getuigenverklaringen en veel ook.’
‘Jawel, en die zijn ook een smet op mijn levensloop. Een grote smet. Maar ik was er niet bij betrokken.’
‘Wat zegt u me nu, meneer R., dat is toch hetzelfde als verantwoordelijk zijn?’
‘Als u dat zo ziet, edelachtbare, dan zal dat wel zo zijn, dan was ik verantwoordelijk en ook betrokken. En ik moet u dan ook zeggen dat het me zeer spijt, het is een ramp, een grote vlek op mijn blazoen. Kan ik nu naar huis?’
‘Maar meneer R., helemaal niet, u staat een lange gevangenisstraf te wachten.’
‘Nou, edelachtbare, het lijkt me dat mijn partij en mijn kiezers daarover moeten oordelen, en niet u.’
En zo geschiedde.
De partij en de kiezers bleken vervolgens van mening dat mevrouw R. een akelig tiepje was, dat ze ten onrechte een uitkering ontving en dat ze bovendien van Hongaarse afkomst was. Zulke lui moesten minstens met pek en veren de grens over, en liever nog een kopje kleiner gemaakt. Waren ze nou helemaal een haartje betoeterd. Aldus de kiezers.
Dit is natuurlijk een sprookje, dat begrijpen jullie wel, hè, kinderen. Bovendien heette die meneer helemaal niet R., en bovendien speelde zich een en ander af in een niet bestaande Zuid-Amerikaanse bananenmonarchie.
Of een eenzaam eilandje met een slechte reputatie in de Middellandse Zee.
Tot volgend jaar maar weer!’
(Het verhaal is natuurlijk wèl waargebeurd, al vloeide er geen (zichtbaar) bloed. Op 17 maart van dat jaar werd R. met glans herkozen en kon hij ongehinderd doorgaan met het eronder houden van het gepeupel dat het gemunt heeft op de zuurverdiende centjes van de hardwerkende Nederlander. Goedgekeurd door twee miljoen keurige Nederlanders.)
________