Al een kleine 45 jaar hangt het stilletjes aan de muur van een van de slaapkamers in mijn huis: een breedbeeld full colour stripverhaal, voorstellende de ontmoeting van de joodse koning Salomo met de koningin van S(h)eba, een koninkrijk dat gelegen moet hebben op de plaats waar zich nu Ethiopië bevindt. Het is geschilderd op canvas en ik heb vele jaren gedacht dat het een ietwat slordige kopie was van een interessant origineel.
Deze week stuitte ik op de website van de Italiaanse krant La Repubblica op een vodcast van de Italiaanse schrijver Stefano Massini, waarin die geregeld een bepaald woord of een bepaalde uitdrukking verklaart – staande voor een exemplaar van dit kunstwerk. Het duurde geen vijf minuten of Rob v K. in Calabrië had opgevist dat het ‘origineel’ zich bevond in een museum in de Keniaanse hoofdstad Nairobi en gedateerd was op ongeveer 1400. Aan de hand van de bijbehorende afbeelding kon ik constateren dat mijn schilderij een exacte kopie was van het origineel.
Ik kocht het in december 1975 op straat in de Ethiopische hoofdstad van twee mannen, die voor dezelfde belachelijk lage prijzen zilveren priesterkruisen en halskettingen van bloedkoraal aanboden. Ik kocht er het een en ander van, maar die aankoop was niet het doel van mijn bezoek. Ik was in Ethiopië om de situatie op te nemen die was ontstaan na de afzetting van de Ethiopische keizer, tevens bijbeunend als halfgod, Hailé Selassié, ook vereerd als de Ras Tafari Makonnen.
Hij was, hoorde ik veel later, inmiddels vermoord en begraven onder de WC in zijn paleis, waarmee afdoende benadrukt werd hoe de opstandelingen dachten over de Ras Tafari. Een en ander strekte zich ook uit tot de vriendenkring van de keizer, die enkele weken voor mijn bezoek in hun auto’s met chauffeur gearriveerd waren op het plein voor het keizerlijk paleis, maar, zo werd mij te verstaan gegeven, daarna niet meer in staat waren geweest naar huis te gaan. Hun Mercedessen stonden nog op het plein, dik onder het stof.
Zoals gezegd: ik kreeg niemand te spreken, maakte wel een schitterende tocht van enkele dagen in een taxi met een vriendelijke chauffeur genaamd Teffara Nanno die met een Piemontees accent Italiaans sprak en me de resterende highlights liet zien van het kortstondige verblijf van Mussolini’s Italianen in de tweede helft van de jaren dertig in Ethiopië, toen nog Abessinië. Hij toonde mij ook een bodemloos meer, een Koptische kerk waar een priester luidkeels stond te preken over Sint Joris en de draak en een chauffeurscafé waar je uitstekende pasta met perfecte tomatensaus als lunch kreeg.
Die Hailé Selassié, die was, naar verluidt, een afstammeling van koning Salomo – dat moet een indrukwekkende stamboom zijn geweest, van een slordige drieduizend jaar lang.
Ook in de Bijbel is het een en ander te vinden over contacten tussen Israël en Seba, het huidige Ethiopië. De koningin van dat land had het een en ander vernomen over de enorme wijsheid van de koning der Joden, en ze kwam daar persoonlijk poolshoogte over nemen, waarbij zij haar bewondering niet onder stoelen of banken stak. Zij prees onder andere het geluk van de ambtenaren van de koning, dat zij voor deze grootheid mochten werken.
De Bijbel is vaak tamelijk duidelijk waar het seks betreft, maar het Ethiopische verhaal dat koning Salomo ook in natura blijk had gegeven van zijn waardering voor de bewondering van Seba, en dat daar dus het begin van de stamboom van de Ras Tafari moet worden gezocht, dat zul je er vergeefs in zoeken. Dat verhaal is dan ook lange tijd als letterlijk vergezocht afgedaan. Op mijn schilderij is veel onduidelijk (ook door de teksten in Amhaars schrift) maar het verband tussen twee plaatjes is goed te duiden. Kijk links onderaan: de koning en de koningin samen in bed, en twee plaatjes verder liggen ze er nog steeds, maar nu met een baby ernaast.
Maar let op. Op de wetenschappelijke website Scientias vind ik de volgende passage: ‘Wetenschappers hebben nu in het DNA van Ethiopiërs bewijs gevonden dat de legende over de ontmoeting tussen (de koningin van) Seba en Salomo onderschrijft. Dat meldt het blad The American Journal of Human Genetics. De onderzoekers bestudeerden het genoom van verschillende Ethiopische populaties. En het genoom van sommige populaties bleek opvallend veel te lijken op het genoom van populaties in Israël en Syrië. Deze Ethiopische populaties zouden zich zo’n 3000 jaar geleden met niet-Afrikaanse populaties hebben gemixt.’
Dus dat verhaal over die effectieve romance in het Jeruzalem van 3000 jaar geleden zou wel eens waar kunnen zijn.
En dat hangt daar maar stilletjes aan de muur in die slaapkamer hier.
Dat is uiteraard allemaal leuk en aardig, maar omtrent dat schilderij ben ik nog niet veel wijzer geworden. Of liever gezegd: geen zak.
___________