Als Prof. Mr. Pieter van Vollenhoven vanmorgen niet getwitterd had dat hij genoeg had van dat elk half jaar weer verzetten van de klok, en zijn honden ook, dan had ik niet gedacht: ik heb dit weblog nu bijna 21 jaar en in die tijd heb ik het zeker vijftien keer uitgelegd, dus daar kan nog wel een keer bij. Dat dacht ik nu dus wel.
Eerst even die klokken en die honden: de meeste gewone mensen hebben een of meer klokken die keurig op een radiosignaal uit Frankfurt de wijzers een uur vóóruit, dan wel achteruit zetten. Prins Pieter heeft vermoedelijk allemaal van die staande antieke uurwerken die je grotendeels uit elkaar moet halen om ze gelijk te zetten, en daar helpen die honden natuurlijk ook niet bij.
Want weten die veel van tijd.
Met tijd hebben we een groot probleem. Net als God bestaat Tijd helemaal niet. Er is wel Snelheid en Beweging. Op het foutieve idee van het bestaan van tijd kwam men ooit toen men doorkreeg dat de zon opgaat en na een periode weer onder, en dat dat elke dag gebeurt, en dat je de periode dat de zon te zien is, kunt indelen door middel van een instrument – een zandloper, daarna een klok. Dat het om snelheid gaat kunnen we zien aan de ‘zonnewagen’ uit antieke tijden, die wagen die elke dag van oost naar west ijlt. Dat de tijd als vast begrip niet bestaat kun je bijvoorbeeld zien aan het feit dat het verstrijken van uren en minuten door de een anders wordt ervaren dan door de ander. Ook het biologisch ritme van mens en dier (honden!) past zich aan bij die eindeloze herhaling van licht en donker.
Door die indeling van de perioden van licht en donker te meten kwam men er achter dat de lengte van die perioden per dag verandert. Dat komt doordat de aardas een hoek van 66.33 graad maakt met het vlak van de evenaar van de zon waardoor wij lente, zomer, herfst en winter hebben. Een veelbepalend fenomeen: zou de aarde ‘rechtop’ staan, dan was het leven zoals wij dat kennen op het grootste deel van de aarde onmogelijk, namelijk door extreme koude en hitte die daar dan zou heersen – uitgezonderd een twee smalle gordels om de aarde waar het eeuwig lente zou zijn.
In de reacties op de tweet van Mr. Van Vollenhoven werd regelmatig het begrip ‘echte tijd’ genoemd. Maar de echte tijd bestaat niet, net zo min als de tijd zelf.
Vandaag is de klok een uur teruggezet waardoor de kinderen ’s morgens bij daglicht naar school kunnen lopen of fietsen. Zouden we de klok niet terug hebben gezet, dan zou de zon met Kerstmis pas tegen 12 uur ’s middags opgaan. In Nederland.
Toch bestaat er wel een soort echte tijd, maar die is héél onpraktisch. Het is precies 12 uur, het midden van de dag, als de zon recht in het Zuiden staat. Maar voor elke plek op aarde staat de zon op een ander moment recht in het Zuiden – zij beweegt zich immers op de zonnewagen van Oost naar West en kan dus niet overal tegelijk zijn.
Vandaag staat de zon hier in Zuid-Limburg, net als elke dag van het jaar, om 12.38 uur recht in het Zuiden, maar in Zeeland pas om 12.42 uur. Zelfs in ons kleine landje is er dus al een meetbaar verschil tussen ‘echte tijden’. Tijd voor een compromis. Wij houden hier de tijd aan die de meeste landen van de Europese Unie ook hanteren – ik hoef niet uit te leggen waarom dat, onder meer voor het economisch leven – gewoon praktisch is.
Als we per se met de tijd dichter bij de zonnetijd zouden willen zitten, zouden we nóg een uur vroeger moeten gaan, waardoor de zon om 11.38 uur recht in het Zuiden zou staan. Maar ja, praktisch is anders: dan zaten we in één tijdzone met Engeland, Ierland, IJsland, de Canarische Eilanden en Portugal en nog wat desolate eilandjes daartussen.
Anders samengevat: de ‘wintertijd’ is de indeling waarbij de zon ergens achter Berlijn om 12 uur ’s middags recht in het Zuiden staat, tijdens de ‘zomertijd’ staat de zon zelfs omtrent Moskou om 12 uur recht in het Zuiden.
En inderdaad: wij hebben daar een beetje ‘last’ van. Onze daglengte varieert namelijk tussen ongeveer 17 uur op 21 juni en 7 uur op 21 december. In de zomer is het daglicht er al ’s morgens zo vroeg dat we elke nacht een gat in de dag slapen, in de winter is de keuze tussen: ’s morgens donker op het spitsuur (als we altijd de zomertijd hanteerden) en ’s avonds op het spitsuur (tijdens de wintertijd).
Daar hebben de mensen rond de Middellandse Zee en zuidelijker veel minder last van, omdat het verschil in daglengte daar (aanzienlijk) kleiner is.
Ik denk dat wij door die grote verschillen in daglengte zulke ontstellende zeurkousen zijn.
Terwijl er plaats is voor leedvermaak: in Honningsvåg, Noorwegen, beter bekend als de Noordkaap, gaat de zon helemaal niet onder van 11 mei tot en met 30 juli, en helemaal niet óp tussen 20 november en 20 januari.
Vandaar dat in die regio zo enórm gezopen wordt.
_____