‘Lieve mensen, Onze allerliefste Berend, onze fantastische zoon, de mooiste en liefste die ik me kon wensen, is vanochtend overleden. Hij lag de hele dag in mijn armen zoals hij ook lag toen hij net was geboren. We houden zo van hem.’
Een tweet die mij gisteravond trof als een honkbalknuppel. Ik had hem nog bijna gemist. Ik heb dit zo tragisch geëindigde verhaal gevolgd sinds de eerste tweet, toen Berends moeder er nog bij vermeldde dat het ‘geen corona’ was waarvoor Berend was opgenomen; met steeds in het achterhoofd de gedachte, de hoop: dat kleine kinderen over een ongelooflijk robuuste gezondheid beschikken, dat ze tegenwoordig vrijwel elk kind dat kanker krijgt in leven kunnen houden, minstens, liever nog: volkomen kunnen genezen zodat ze kunnen genieten van waar ze recht op hebben: een vrolijke, volstrekt onbekommerde jeugd.
En een troost kunnen zijn voor ouders die weerloos aankijken tegen een barre wereld.
Op 2 juni een van de tweets die zijn moeder plaatste: ‘Vandaag bestraald en toen hij thuiskwam, wilde hij wel even mee naar de bieb. Wat een kind.’
Die tweet vat veel van de andere tweets samen. We zien Berend natuurlijk door de ogen van zijn moeder, zijn mem, de Friese journaliste Nynke Sietsma; hij ondergaat de talloze behandelingen met chemo en met bestraling nogal stoïcijns, hij gaat eigenlijk gewoon door met zijn onbekommerde kinderleven dat af en toe onderbroken wordt door mindere periodes. Hij is een slim jongetje dat boeken leest, dat graag fietst – bij de eerste tweet hierboven plaatste Nynke een video, waarop Berend op zijn fietsje zit, hij heeft zijn volle bos blonde krullen nog – dat enthousiast mee gaat wandelen, meestal met een honkbalpet een beetje dwars op zijn inmiddels kale hoofd.
Hij krijgt ook bijnamen, zoals hij de laatste weken opeens ‘Fred Raket’ ging heten, we zien een plaatje van een geknutselde raket, gemodelleerd naar het waterijsje van die naam.
Het is bijna een cliché: het ergste dat een mens kan overkomen is dat een kind van je sterft. Ik denk er vaak aan, als ik zie hoe mijn kleinkinderen roekeloos een straat over rennen. Maar als het echt gebeurt zie je pas hoe alles en iedereen die ermee geconfronteerd wordt, verslagen terneer ligt. Je ziet het al maanden en vandaag helemaal op Twitter: je leest alle reacties, het zijn er vele tientallen, je kunt bijna niet meer verder lezen, maar je moet.
Soms denk je wel eens dat sociale media zoals Twitter gewoon verboden zouden moeten worden om al het lelijks en gruwelijks waarvoor de helden van het toetsenbord er dag in dag uit eens goed voor gaan zitten.
Maar het kan ook een echt sociaal medium zijn. Een bindend element in een maatschappij van individuen.
Al zullen er niet veel mensen zijn die, zoals Nynke, zo minutieus verslag zouden doen van ziekte en dood van een eigen kind. Het drukt je met de neus op de feiten: dat leventje van ons lijkt wel heel vrolijk en onbekommerd, maar voor je het weet stort je in afgrond van verdriet – misschien is de meest voorkomende reactie: ‘Hier zijn geen woorden voor’ plotseling wel van een grote wijsheid die steun biedt.
Zojuist tikt Nynke deze tweet: ‘Ik vind jouw huilen wel mooi mem, het is net een muziekje.’ Ik stel me voor: een van de laatste opmerkingen van Berend.
Ik zit totaal verslagen te tikken.
Hoe kom ik hier nog ooit uit?
__________