Misschien vinden jullie het luk als ik je even bijpraat.
Met die omvormer is het uiteindelijk allemaal goed gekomen, al zijn er wel wat komische incidenten geweest van het type ‘loodgieter vergeet de waterpomptang mee te brengen’. Ik kijk nu voor het eerst met genoegen naar de app die de gegevens van het apparaat op het dak om de vijf minuten uitleest.
Tegelijkertijd zijn alle problemen rond dit blog opgelost, al heeft het wel enige veranderingen met zich meegebracht. Een heel positieve: ik kan nu weer per dag zien hoeveel mensen ernaar kijken en dat valt me niet tegen: zo waren er zaterdag 110 kijkers en de afgelopen week in totaal 420.
Nog iets te melden, verder?
O ja, deze. Gisteren met de twee kleinkinderen op pad met hun favoriete vervoermiddel, de camper. Speeltuin, wandeling rond visvijvers met enorme karpers, (‘Eten die gras?’ ‘Ik meen van wel’. Dan meteen handenvol gras in het water gooien, en verdomd), flink wat eenden en een doodstille reiger.
Dan de picknick. Het is buiten een beetje frisjes, maar in de camper is picknicken ideaal. De twee – 7 en 5 jaar – zijn intussen begonnen elkaar te trappen waar ze elkaar maar kunnen raken. De vrolijke onbekommerde sfeer heeft er nogal onder te lijden. Djamila vraagt aan die van 7: ‘Waarom doen jullie dat toch?’ Haar antwoord: ‘Ja, jullie wilden ons beiden meenemen en dan krijg je dat.’
Dat is een antwoord als: ‘Als je water op vuur gooit gaat het uit.’ Weten we dat ook weer.
Ik hoor van andere ouders dat hun kinderen ook nogal grof met elkaar stoeien. ‘En dat wordt alleen maar erger,’ is het weinig bemoedigende antwoord. Deden de ouders van die kinderen dat ook, toen ze nog hier woonden? Geen idee, eigenlijk, toen ze puberden werd er wel flink met deuren geknald, maar die schade heeft een betrouwbare klusjesman al heel lang geleden opgelost.
Wel herinner ik me dat deze kinderen, opgegroeid in de jaren tachtig en negentig, enorm veel buiten aan het spelen waren, vaak ver buiten ons zicht, in een naburig bos en helaas ook op de favoriete speelplek van jongens: een bouwplaats. Gelukkig hebben we ze direct na die laatste ontdekking weg weten te halen, nog vóór er ongelukken gebeurden.
Goed. Ik zal proberen voortaan wat vaker een stukje te schrijven. Ik lees op dit moment een wetenschappelijk verantwoorde uitgave van de columns die Louis Paul Boon in 1969 onder de titel ‘Boontjes’ schreef in het blad ‘Vooruit’, voorloper van ‘De Morgen’, waarover later meer – ze laten wel zien dat verslagen van kleine en grote mislukkingen, te veel eten en vooral teveel drinken en lyriek over kleinkinderen in staat zijn een groot lezerspubliek aan te spreken. Helaas schrijf ik niet zulk schitterend Vlaams als Boon…
_________