Het is alweer bijna acht maanden geleden dat we voor het eerst hoorden over ‘het nieuwe coronavirus’ dat intussen abusievelijk corona is gaan heten. Het bier van die naam is nog altijd in de ramsj. Schijfje limoen in de hals. Heerlijk.
Op een van mijn schaarse uitjes hoorde ik iemand zeggen: ‘Corona, dénk jij daar nog steeds aan? Dat is toch al lang over.’
Voor veel mensen moet je de boodschap door het brood bakken, weet ik al sinds jaar en dag.
Nee, dank u, ik heb Covid19 nog niet gehad. Of ik dat zeker weet? Nee. Ik ben ook niet getest.
Dat is tegenwoordig een bekentenis waar je enige moed voor moet opbrengen. Want wie verschijnselen heeft die op Covid19 zouden kunnen wijzen, moet zich laten testen, en als je positief wordt bevonden (dat wil, voor de zekerheid zeg ik er maar bij, zeggen dat je het virus in je lichaam hebt) moet je aan de GGD opbiechten waar je allemaal bent geweest en wie je daar allemaal hebt ontmoet.
Dat laatste oefen ik wel, en dat valt om de doje dood niet mee. Hoe schaars je je uitstapjes ook hebt gemaakt, je bent toch met tientallen mensen in contact geweest – ook al omdat nauwelijks iemand zich nog aan de regels houdt en jou raar aankijkt als je dat wel probeert te doen.
Probeert te doen, want de ruimte in de gangen van de supermarkten is misschien maar net anderhalve meter. Ik heb al eens staan wachten tot iedereen weg was uit zo’n gang, maar dat is onpraktisch en in strijd met één van de andere regels: blijf nergens langer dan een kwartier.
Ik wilde eigenlijk alleen maar meedelen dat ik in de afgelopen zeven of acht maanden alle verschijnselen heb gehad: enorme vermoeidheid, een spectaculaire loopneus, grieperigheid, niesbuien, hoesten, diarree, hoofdpijn. Niet allemaal tegelijk, maar ja: als je er twee tegelijk hebt moet je je laten testen.
Dat zou hebben betekend dat ik me in die inmiddels verstreken 240 dagen van dit jaar minstens honderd keer had moeten laten testen. Ze zien me aankomen bij de GGD.
Het enige verschijnsel dat ik niet heb gehad is: koorts. Mijn temperatuur is altijd rond de 36.5; ik heb wel gemerkt dat die infrarooddingen wel eens iets geks zeggen. Als het warm weer is gaat de temperatuur boven de 37, vooral als ik net een gehoorapparaat in gehad heb, of op dat oor heb gelegen. De rectale thermometer geeft dan, desgewenst, weer de geruststelling.
Intussen maak ik me weinig zorgen. Ik ben namelijk ALTIJD verkouden. Al vele jaren. Als het een beetje afneemt hoef ik maar in de auto het raam op een smal spleetje open te hebben tijdens het rijden en het niezen en proesten en neuslopen begint weer.
Ik ben eigenlijk wel benieuwd hoe je voelt: dit is niet pluis. Hoewel het dan wel heel erg niet pluis is meteen: in ben bijna 82 jaar.
Ik kijk wel reikhalzend uit naar de griepprik.
Draag ik alsnog mijn steentje bij.
______