Wilma de Rek deed in de Volkskrant van heden weer eens een duit in het zakje. Ze had het over CO2 uitstotende airco’s, en dan kun je dat stukje van haar dus snel richting het ronde archief sturen. De moderne inverter-airco stoot vooral bij een hittegolf de warmte uit een woonvertrek uit, zodat het daar koeler wordt, en in de winter haalt het warmte uit de buitenlucht om die binnen te gebruiken als vervanging van de CO2-uitstotende centrale verwarming, mag ik het zo samenvatten?
Gisteren heb ik me weer eens laten verleiden tot een non-discussie op Twitter. Het uitgangspunt daarbij was een artikel in De Groene Amsterdammer over het toenemend gebruik van installaties voor koeling/verwarming. Boven het stuk staat de kop: ‘Alsof je een koelkast opentrekt’. Dat verschijnsel ken ik: dan staat de airco veel te hard, meestal is een verschil tussen binnen en buiten van een graad of 4 voldoende, dan schrik je ook niet zo wanneer je even naar buiten gaat. Dus dan begin je al te twijfelen aan de bedoelingen van de auteur.
Ik wilde zeker al stoppen toen ik zag dat de schrijver van het stuk in dit verband sprak van ‘aanstellerij’ – daarmee samenvattend dat hij bevooroordeeld was en mee wilde doen aan een allang bestaande hype.
En ja, ik heb dat hele stuk gelezen en het ging vooral over het gebruik van airconditioning in tropisch Azië waar mensen in erbarmelijke omstandigheden leven en zich dan een vredesnaam maar in de schulden steken om dan tenminste een beetje verkoeling te krijgen. En dat mag dus niet van De Groene Amsterdammer.
Ik beëindigde de discussie op Twitter met de opmerking dat ik uiteraard niet verwachtte iemand overtuigd te hebben, en daarna ging diezelfde discussie een zijstraat in: men begon te twijfelen aan mijn begrip van Twittertechniek – is het raar dat ik op mijn eigen ‘pagina’ van Twitter al mijn tweets keurig in volgorde van datum achter elkaar wil zien staan, in plaats verborgen in allerlei draadjes en zijdraadjes en zijdraadjes van zijdraadjes?
Nou ja, het is maar Twitter.
Waardoor ik wel het gevoel kreeg nog maar eens terug te moeten komen op dat Groene-stuk en mijn eigen ervaringen over het onderwerp airco.
Als je in een kasteel woont waarvan alle muren een meter dik zijn en de ramen 10x10 centimeter, dan heb je niks aan airco. Of misschien toch wel: je kunt er ’s zomers ook mee bijverwarmen.
En als je nú een huis laat bouwen dan laat je dat uiteraard voldoende isoleren zodat de huidige hittegolven, die nu de lengte van twee weken hebben bereikt, voldoende buiten de deur blijven. Ik heb wel eens zitten te tekenen en rekenen aan een huis dat geheel energieneutraal is en waarin het leidingwater uitsluitend wordt gebruikt om te drinken en de groente mee te bereiden.
Heel leuk plan, ideeën uit de bouwstijl van Frank Lloyd Wright en Gerrit Rietveld maakten er ook nog een elegant plan van, en toen ging ik weer wat anders doen.
Want voor zo’n huis heb ik het geld niet. Ik moet het doen met het huis waarin ik al 43 jaar (met veel genoegen woon). Het is wel een huis uit de jaren zeventig van de vorige eeuw, toen het milieu al wel bestond, maar nog niet de aandacht trok die het nu zou moeten trekken. Dus ik ben de gelukkige eigenaar van 120 vierkante meter plat dak op de enige woonlaag op de begane grond – de ideale bejaardenwoning – en aan de oostkant twintig vierkante meter ramen van vloer tot plafond, om de glorieus opgaande zon onbelemmerd te kunnen aanschouwen. Probeer dan maar eens de hittegolven buiten de deur te houden.
Ja, het kan geheel energieneutraal – hoewel die oerlelijke rolluiken ook ergens geproduceerd moeten worden, of uitvalzonneschermen waarvoor ik, schrik niet, een offerte kreeg van 7 mille – het dubbele van het bedrag dat ik neertelde voor twee zeer efficiënte, nauwelijks zichtbare vrijwel geruisloze airco’s, of acht jaar geleden betaalde voor 24 zonnepanelen op het genoemde dak, die sindsdien rond de 12 mille aan stroom hebben geproduceerd en daarmee onverdroten doorgaan.
Ik wil maar zeggen: zelfs mijn dubbeltjes kan ik maar één keer uitgeven.
Iets anders waaraan ik weinig kan veranderen: mijn leeftijd. Ik hoop in november 82 jaar te worden, en daarna ook nog 100 (je moet een beetje aan de middellange termijn denken). Ik wilde geen paniek zaaien, maar lees even hier.
Kortom: toen ik, na kennisneming van deze rampspoed, allerlei informatie doorgenomen had over airconditioning, begon het besluit te dagen: ik moet daar ook aan geloven. Wat ik vooral ontdekte, en ook de doorslag gaf: dat moderne apparaten van airconditioning, en dan met name die van de zogenaamde A-merken zeer betrouwbaar zijn, vrijwel geruisloos, en in de verste verte geen ‘stroomslurpers’, zoals de Groene Amsterdammers het graag noemen.
Kijk even mee: in de handleiding van onze airco’s lees ik dat een jaarverbruik van 1500 kilowatt vrij normaal is. Dat is op het eerste gezicht veel. Maar die berekening gaat uit van vijftig dagen per zomer van acht uur per dag – dat heb ik deze zomer in ieder geval nog voor geen kwart gehaald – en laat even buiten beschouwing dat het winters gebruik, wellicht op meer dagen en meer uren per dag, in de plaats komt van de verwarming met duur en vervuilend gas: de CV wordt inderdaad gereduceerd tot een apparaat dat in noodgevallen (als het buiten min 15 graden of lager wordt) kan bijspringen. Hoor ik van ervaren gebruikers.
Kort samengevat: in de zomer gebruikt de airco de gratis stroom van het dak, in de winter vervangt de airco het gasverbruik.
En nog korter: lang leve de airco.
________